Karper: troetelkind met gebruiksaanwijzing

8306
09 okt 2013

De karper is een veelbesproken vissoort. Zowel vanuit de sportvisserij als vanuit het water- en natuurbeheer vraagt én krijgt Cyprinus carpio de aandacht. Als basis voor een verantwoord karperbeheer is recent een stevig literatuuronderzoek uitgevoerd.

Vooral in de Verenigde Staten, Canada en Australië zijn veel studies verricht naar de effecten van de introductie van karper op de waterkwaliteit en het ecosysteem. In deze landen is karper geïntroduceerd en wordt deze vis als invasieve exoot beschouwd. Opgemerkt dient te worden dat deze onderzoeken vooral zijn uitgevoerd onder (semi) kunstmatige omstandigheden waarbij natuurlijke situaties zijn nagebootst door middel van vijvers of met gaas afgezette delen van het water.

Levensstrategie

Kennis over de ecologie en de levensstrategie van de karper geeft informatie over de invloed van deze soort op zijn omgeving. Zo blijkt de karper buitengewoon tolerant te zijn voor een groot aantal milieuomstandigheden zoals temperatuur, zuurstofgehalte, zoutgehalte en troebelheid. Dit verklaart waarom de vis in een groot aantal habitats kan voorkomen.

Bij de karper is een levensstrategie geëvolueerd, waarbij schoksgewijze en snelle verspreiding van de soort kan plaatsvinden via grote riviersystemen met sterk dynamische vloedvlaktes. In een ecologische typering dient de karper op basis van deze strategie feitelijk te worden beschouwd als rheo-phytofiele (stroom- en plantminnende) vissoort. De karper zoekt deze gebieden op omdat daar in de tijd gezien de kans groter is dat de predatie, bijvoorbeeld door de snoek, is geminimaliseerd.

De historische aanwezigheid van vloedvlaktes en periodiek overstroomde oeverzones heeft in dit licht een belangrijke bijdrage geleverd aan de verspreiding van de karper in Europa. De Kaspische Zee heeft daarbij, na de laatste ijstijd, als uitvalsbasis gefungeerd. Verschillende eigenschappen van de karper ondersteunen deze strategie. Zo zijn het grote, robuuste zwemmers die moeiteloos de meest afgelegen paaien opgroeigebieden kunnen bereiken.

Ook kunnen ze oud worden en zijn ze zeer vruchtbaar. De kleverige eieren kunnen perfect op vegetatie, maar ook op andere structuren worden afgezet. De eitjes ontwikkelen zich daarbij snel – in twee tot vijf dagen- van ei naar larve. Een invasieve recrutering, weerspiegelt in een latere, zeer hoge, aanwezigheid, kan uitsluitend plaatsvinden bij afwezigheid van predatoren zoals snoek. Zo bleek in watersystemen waar roofvissen als gevolg van periodieke wintersterfte (ijsbedekking) of zomersterfte (opdrogen wateren in vloedvlaktes) afwezig zijn, de karperstand ongebreideld toe te kunnen nemen tot dichtheden van wel 1000 kilo per hectare.

Verschillende onderzoekers stellen dat de soort niet talrijk kan worden in stabiele systemen met een hoge natuurlijke soortenrijkdom en een grote biodiversiteit. In stabiele, ecologisch goed functionerende systemen, worden karperstanden dan ook top-down gereguleerd door predatoren als snoek.

Niet invasief in Nederland

Ondanks de hoge eiproductie van de karper, is in ons land het aantal overlevende nakomelingen gedurende het eerste levensjaar (0+ karper) meestal gering. Hiervoor zijn twee redenen aan te wijzen:

  • Predatie door vooral jonge snoek kan het bestand aan jonge karpers zeer sterk uitdunnen. Bij een goede snoekstand zullen zich dan ook geen dichte karperbestanden kunnen ontwikkelen.
  • De winterperiode vormt voor 0+ karper een kritieke periode. Uitsluitend vissen die in het eerste groeiseizoen een gewicht van minimaal 25 gram hebben bereikt kunnen de winter doorkomen. Omdat karper relatief laat paait, is het groeiseizoen verhoudingsgewijs kort waardoor de karpertjes dit minimumgewicht lang niet altijd kunnen bereiken.

Dit betekent dat - gegeven de gematigde klimaatzone - de karper in Nederland wordt begrensd in het maximaal benutten van zijn eigenschappen en levensstrategie. In deze situatie kan geen sprake zijn van een invasieve verspreiding en zeer hoge abundanties.

-> Lees hier het volledige artikel (pdf), waarin onder meer wordt ingegaan op de karper en waterkwaliteit, biomassa, KRW, karperbeheer en de aankomende Karpernota.

-> Klik hier (pdf) voor uitgebreide literatuurverwijzingen.

Bron: Visionair 29 (sept. 2013)

Er zijn geen gerelateerde berichten.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.