Wetenschappers hebben ontdekt dat de koningsvis zijn temperatuur onafhankelijk van zijn omgeving kan regelen.
De lichaamstemperatuur van koningsvissen ligt gemiddeld vijf graden hoger dan de temperatuur van het zeewater waarin de dieren zwemmen.
De spieren van de vissen zijn gemiddeld genomen zelfs zeven tot negen graden warmer dan hun omgeving.
Daarmee is de koningsvis als eerste vis officieel warmbloedig, zo melden Amerikaanse onderzoekers in het wetenschappelijk tijdschrift Science.
Bloedvaten
Koningsvissen zijn bolvormige roofvissen die in vrijwel elke oceaan voorkomen. De dieren jagen onder meer op haringen en pijlinktvissen.
Wetenschappers vermoedden al langer dat de vissen warmbloedig zijn. Uit secties op de dieren is gebleken dat ze beschikken over bijzonder veel kleine bloedvaten die warm bloed uit hun vinnen door hun lichaam verspreiden.
Om de mogelijke warmbloedigheid van de vissen te onderzoeken, vingen de wetenschappers een groot aantal exemplaren voor de kust van Californië.
Lichaamstemperatuur
Na de vangst werd de lichaamstemperatuur van de koningsvissen onmiddellijk gemeten en vergeleken met de temperatuur van het zeewater.
De onderzoekers implanteerden bij enkele vissen ook een kleine thermometer in hun spieren. Vervolgens bevestigden ze deze dieren aan het visdraad van een hengel, zodat de vissen rondom de boot konden zwemmen, terwijl hun spiertemperatuur werd gemeten.
Bloedvezels
Uit het onderzoek blijkt dat koningsvissen de temperatuur van hun lichaam waarschijnlijk vooral verhogen door hun vinnen snel heen en weer te bewegen. Hun spieren werden tijdens het zwemmen namelijk bijzonder warm.
De opgewekte lichaamswarmte wordt vermoedelijk met een uitgebreid netwerk van bloedvezels getransporteerd naar de kieuwen waarmee de dieren zuurstof uit koud water opnemen.
Door het warme bloed blijft de lichaamstemperatuur van de koningsvis ook in deze lichaamsdelen hoog vergeleken met andere vissen.
Jacht
Koningsvissen profiteren vooral van hun warmbloedigheid bij de jacht.
Hoofdonderzoeker Nicholas Wegner vermoedt dat de dieren door hun warmbloedigheid relatief snel kunnen zwemmen en een bijzonder goed uithoudingsvermogen hebben, zo meldt nieuwssite Science Now.
Bron: nu.nl