De karpervisserij heeft de afgelopen jaren een gigantische sprong gemaakt. De vraag dringt zich op of deze tak van de sportvisserij is uitgeëvolueerd. Gerwin Gerlach, karpervisser in hart en nieren, blikt in dit eerste nummer van een nieuw decennium tien
jaar vooruit.
Klik hier om naar de PDF van het artikel in Hét Visblad te gaan.
Veel beginnende karpervissers vangen in de eerste jaren weinig karpers. Dat is omdat ze zich vaak stukbijten op lastige, dunbezette viswateren met grote vissen waar de vangst van een karper heel veel tijd kost. Ervaring doe je in dergelijke wateren niet of nauwelijks op. Richt je als beginnende karpervisser op de dicht bezette karperwateren, waar je meerdere vissen per dag kunt vangen. Hier kun je ervaringen opdoen met rigs, aas en het drillen van de vis. Pas na een flink aantal karpers kun je verder gaan kijken en je geluk beproeven op de moeilijke wateren.
Als je toe bent aan de uitdaging van een dunbezet water met grote vissen, vergeet dan vooral niet de 'knollenputten' uit het verleden. Vraag aan de meer ervaren karpervissers waar zij in het verleden hun vissen vingen en neem daar eens een kijkje. De visbezetting in die wateren is door natuurlijke sterfte meestal flink afgenomen, waardoor de kleine vissen van weleer zijn uitgegroeid tot echte giganten. Zelfs de langzaam groeiende 25% wildbloedhybriden, die jarenlang door de OVB zijn gekweekt en overal in Nederland zijn uitgezet, worden tegenwoordig als dertig- en veertigponders gevangen!
-> Meer karpervissen