Stadswateren liggen er vaak prachtig bij, herbergen niet zelden een leuk karperbestand en vind je lekker dichtbij huis. Hotspots te over bovendien met overhangende bomen, struikjes, bruggetjes, lelies en rietkragen. Het bladafval van de bomen en struiken langs het water heeft in de loop der jaren een buitengewoon zachte ‘prutbodem’ doen ontstaan. Hoe je hier als karpervisser mee omgaat, doet Mario Taal uit de doeken.
Het begint met een goede voorbereiding: het vinden van een geschikte stek. Dat is bij voorkeur een plek waar de bodem in ieder geval iets minder zacht en vies is dan in het omliggende gebied. Om zo’n plek te vinden, zullen we onze mouwen moeten opstropen. Zelf woon ik in Den Haag, dat een groot areaal aan mooi, karperrijk stads- en parkwater kent. Als ook het fenomeen van zachte bodems. Om een wat harder en schoner stuk bodem te vinden, werk ik daarom met een ‘bodemkaart’ die ik opstel aan de hand van mijn bevindingen.
Klik hier voor het hele artikel. (PDF)
-> meer karperartikelen