Groene zeedonderpad

Groene zeedonderpad

Donderpadden

Taurulus bubalis, (Euphrasen, 1786)*

Lengte afgebeelde vis: 15 cm
Lengte tot circa: 18 cm
O

Toelichting

Herkenning: 1. Buikvinnen ieder met maximaal drie vinstralen. 2. Grote kop met stekels. Stekel op voorkieuwdeksel langer dan de oogdiameter. 3. Met stekeltjes op de zijlijn; lichaam aan weerszijden van de zijlijn glad. 4. Met een huidflapje aan de bovenkaak in de hoek van de bek. 5. Membraan onder de kieuwen glad verbonden met de buikhuid.
Verspreiding: Noord-Atlantische Oceaan vanaf Portugal tot IJsland en Noord-Noorwegen, Noordzee, Oostzee. Vrij algemeen in de Zeeuwse wateren, verder zeldzaam langs de Nederlandse kust.
Leefwijze: Leeft op de bodem in ondiep water met een rotsige bodem tot een diepte van 30 meter. Paait van februari tot mei. De eieren worden in klompen afgezet tussen algen. De larven leven vrijzwemmend. De jonge groene zeedonderpad gaat bij een lengte van 13-14 mm naar de bodem.
Voedsel: Ongewervelde bodemdieren en kleine vissen.

Naamgeving: Sea scorpion Seebull Chabot buffle

Een leeg cirkeltje geeft aan dat de vissoort niet in één van de wetten voorkomt.


Meer informatie

* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.