Schar

Schar

Schollen

Limanda limanda, (Linnaeus, 1758)*

Lengte afgebeelde vis: 38 cm
Lengte tot circa: 42 cm
V

Toelichting

Herkenning: 1. Platvis met de ogen op de rechterzijde, huid iets ruw door fijn getande schubranden. Veelal witte vlekken langs de vinnen op een geelbruine ondergrond. 2. Kleine bek; bovenkaak eindigt voor of onder de voorrand van het oog. 3. Zijlijn maakt een duidelijk bocht rond de rechterborstvin.
Verspreiding: Noordoost-Atlantische Oceaan, Oostzee en Noordzee. Langs de Nederlandse kust algemeen.
Leefwijze: Leeft op zandige en modderbodems, op een diepte van 5-200 meter. Paait van december tot maart op een diepte van meer dan 20 meter. De eieren en larven leven vrij zwevend in het water. Jonge schar gaat bij een lengte van circa 14 mm naar de bodem.
Voedsel: Voornamelijk wormen en kreeftachtigen, maar ook weekdieren en stekelhuidigen.

Naamgeving: Dab Kliesche Limande

Een "V" betekent dat de vissoort in de Visserijwet is opgenomen.


Meer informatie

* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.