Pontische stroomgrondel

Pontische stroomgrondel

Grondels

Neogobius fluviatilis, (Pallas, 1814)*

Lengte afgebeelde vis: 8 cm
Lengte tot circa: 20 cm
O

Toelichting

Herkenning: 1. Ogen hoog in de kop geplaatst. 2. De buikvinnen zijn aaneengegroeid en vormen een zuignap. 3. Achterste rugvin en anaalvin lopen naar achteren schuin af. 4. De vis is bleek van kleur en heeft op zijn flanken een licht blauwgrijze kleur met vage donkere vlekken op de zijlijn. Mannetjes zijn in de voortplantingstijd zwart van kleur en de rand van de rugvinnen en staartvin kleurt geel tot oranje.
Verspreiding: Uitheems, voor het eerst in Nederland waargenomen in 2009. Komt met name in de grote rivieren vrij algemeen en in toenemende mate voor. Zowel in brak als zoet water. Komt van oorsprong voor in de rivieren rond de Zwarte Zee. Via het Main-Donaukanaal of via ballastwater van schepen is de Pontische stroomgrondel nu ook verspreid in het stroomgebied van de Rijn.
Leefwijze: Leeft bij voorkeur op zandbodems. Kan zich hier ook ingraven. Paait in april tot juni. Het mannetje maakt een nest en bewaakt de eieren, die worden afgezet op de onderkant van stenen.
Voedsel: Bodemdiertjes als kreeftachtigen en insectenlarven.

Naamgeving: Monkey goby Schwartz Grundel / Fluss Grundel Gobie fluviatile

Een leeg cirkeltje geeft aan dat de vissoort niet in één van de wetten voorkomt.


Meer informatie

* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.