Fossiele vis was levendbarend

6760
29 mei 2008

Wetenschappers van het Victoria museum in Melbourne (Australië) vonden in 2005 het fossiel van een 380 miljoen jaar oude moedervis.

Zij droeg een forse babyvis, die via een navelstreng met haar in verbinding stond. John Long (paleontoloog en leider van het onderzoek) verschuift hiermee het ontstaan van de levendbarende voortplantingsstrategie 200 miljoen jaar naar achteren. De beschrijving van de vondst is deze week te lezen in Nature.

Foto: het hele fossiel, waarin een moedervis plus babyvis met navelstreng werden gevonden. bron: Victoria museum

De ontdekking is bijzonder vanwege het feit dat het niet alleen het allereerste fossiele embryo met navelstreng bevat, maar tegelijkertijd het oudste fossiel van een levendbarend dier is. De vondst werd gedaan in de Gogo-formatie in West-Australië. In de televisieserie Life on Earth bracht sir David Attenborough de bewoners van deze formatie voor het eerst onder de aandacht. Vandaar dat dit nieuwe exemplaar naar hem werd vernoemd en de naam Materpisces attenboroughi kreeg: de moedervis van Attenborough. Dit dier hoort bij een groep gepantserde vissen (ook wel ‘dinosaurussen van de zee’ genoemd) die het gebied 70 miljoen jaar lang domineerden.

Embryo of prooi?
Long en zijn team gaan er vanuit dat zij hier ook echt te maken hebben met een moeder en haar jong. Door te kijken naar karakteristieke eigenschappen van het skelet van de dieren, werd duidelijk dat zij tot dezelfde soort behoorden. Omdat de botten van het embryo geen breuken vertonen of beschadigd zijn door maagzuur, valt de mogelijkheid dat het hier eigenlijk om een prooi gaat af. De locatie waar het embryo zich bevindt (vlak bij de wervelkolom) maakt het waarschijnlijker dat het hier om een baarmoeder en niet om een darm gaat. Deze conclusie werd nog versterkt door de aanwezigheid van een navelstreng tussen beide dieren.

Omdat de moedervis levendbarend was, is het onlogisch om te denken dat dieren van deze soort eieren in het water legden. Long denkt dat de eieren van deze vissen intern bevrucht worden (door penetratie), waarna de moeder het jong van de nodige voedingsstoffen voorziet. Deze strategie is vergelijkbaar met die van moderne haaien en zoogdieren. Toch betekent dit niet dat deze bijzondere vissen de voorouders zijn van de moderne zoogdieren. Het voorkomen van interne bevruchting en levend baren moet meerdere keren onafhankelijk van elkaar zijn ontstaan. Het uitsterven van de ‘dinosaurussen van de zee’ (zo’n 355 miljoen jaar geleden) heeft er namelijk toe geleid dat deze voortplantingsstrategie miljoenen jaren niet gebruikt werd.

Bijten na de geboorte
De babyvis meet een lengte van ongeveer 7 centimeter, terwijl de moeder 25 centimeter lang is. Dit betekent dat het jong in dit stadium al 25% van de volwassen omvang heeft bereikt. En waarschijnlijk was het voor de geboorte nog wel wat verder gegroeid. Deze relatief snelle ontwikkeling zorgt ervoor dat de babyvis goed ontwikkeld op de wereld komt, wat hem helpt om predatie van andere grote vissen te ontwijken. De onderzoekers zagen ook dat de kaken van het jong het toelieten om gelijk na de geboorte te bijten.

Het ontstaan van de levendbarende voortplantingsstrategie 200 miljoen jaar naar achteren verschuiven op basis van één fossiel, is een grote stap. Long en zijn team willen dit jaar weer afreizen naar de Gogo-formatie om meer materiaal te vinden dat deze aanname bevestigt.

Bron: kennislink.nl

Er zijn geen gerelateerde berichten.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.