In het kader van hoogwaterbescherming en vergroting van de landschappelijke kwaliteit van het rivierengebied gaat Rijkswaterstaat kribben in de Waal verlagen. Dit heeft grote gevolgen voor de sportvisserij op deze rivier.
In de plannen van Rijkswaterstaat worden op het traject tussen de Pannerdensche Kop en Gorinchem alle kribben aan beide zijden van de rivier – in totaal ongeveer 750 kribben – met gemiddeld een meter verlaagd. Bij laagwater zullen ze nog zichtbaar zijn, maar bij een iets hogere dan de normale waterstand komen de kribben onder water te staan.
In de huidige situatie staan de kribben 100 dagen per jaar onder water, de andere 265 dagen zijn ze voor sportvissers toegankelijk. Na de kribverlaging is de situatie precies omgekeerd. Dan kan de sportvisser gemiddeld nog maar 100 dagen op de krib terecht.
Daarbij komt dat bij de verlaging ook de vorm van de krib zal worden geoptimaliseerd ten behoeve van een vlotte en veilige scheepvaart en beperking van de beheers- en onderhoudskosten. De door Rijkswaterstaat geselecteerde mogelijke ontwerpen betekenen over het algemeen ook een verslechtering van de visserijmogelijkheden.
Inventarisatie van kribben
Omdat sportvissers op de Waal veel gebruik maken van kribben – de kribkoppen zijn de beste en vaak ook de enige mogelijkheid om succesvol te vissen – is Sportvisserij Nederland in overleg getreden met Rijkswaterstaat. Het aanpassen van alle kribben is niet mogelijk, zodat Sportvisserij Nederland nu inventariseert welke kribben het belangrijkst zijn voor de hengelsport. Daar, en waar mogelijk ook op andere kribben, wordt naar maatregelen en oplossingen gezocht die ten bate komen van de sportvisser. De inzet is om tot werkbare oplossingen te komen voor er in 2009 wordt begonnen met de verlaging van de eerste 100 kribben op het traject Beuningen-Deest.
De kribben zijn van groot belang voor sportvissers op de Waal.
Bron: Hèt Visblad juli 2008