Bron: destentor.nl. TOLLEBEEK - Wedstrijdleider Sjoerd Boomsma denkt dat ze er wel tussen zitten.
Van die mannen die hun wederhelft tot wanhoop drijven met een uit de hand gelopen hobby. Zoals Jacob, die meer dan dertig uur per week op karpers vist.
Zo gek maakt Theo Wijnen (62), die zich met meer dan zeventig andere sportvissers plaatste voor het Nederlands kampioenschap vrije hengel, het bij lange na niet. De Brabander, vrachtwagenchauffeur van beroep, houdt het netjes. Minimaal een keer per week een paar uurtjes. Wel kijkt hij reikhalzend uit naar het moment dat hij meer tijd aan zijn geliefde sport kan besteden. Over een half jaar gaat hij met de vut. Met pretoogjes: "Dan ga ik zeker meer vissen. En met mijn vrouw fietsen, want haar moet ik ook te vriend houden."
Zaterdag was de Urkervaart tussen Tollebeek en Urk het toneel van het NK vrije hengel. De nationale driekleur wapperde in de straffe wind, als teken dat er een heus nationaal kampioenschap op het spel stond. De Urkervaart was beslist geen willekeurige keuze van Sportvisserij Nederland. Boomsma: "We hoorden dat hier veel vis wordt gevangen."
Eeuwe Weening, vooraanstaand lid van hengelsportvereniging 't Poldervoorntje, schreef het boek 'Het beste viswater vind je in de Noordoostpolder'. Daarin wordt de NOP neergezet als een eldorado voor hengelaars. Zaterdag werd die stelling ten dele waargemaakt. Het maakt nogal wat uit op welke stek langs de Urkervaart de visser zijn hengel mag uitgooien. Dat wordt via loting bepaald.
Bij de inloop van water, bijvoorbeeld bij duikers of waar tochten samenkomen, was de vangst het best. Zoals op de T-splitsing van de Urkervaart en de Nagelervaart. Daar zat Theo Wijnen, die acht brasems ving. "Redelijk", luidde het commentaar. Boomsma wist een half uur voor afloop te vertellen dat iemand al twaalf brasems, de meest gevangen vissoort, op de wal had gehaald. "Da's heel mooi."
Het NK was een 'buitenlandse' aangelegenheid, want sportvissers uit de Noordoostpolder schitterden door afwezigheid. Het verhaal vertelt niet of ze zich niet wisten te kwalificeren via de voorrondes. Het kan ook zijn dat ze domweg niet hebben meegedaan aan de kwalificatiewedstrijden.
Wat maakt een visser tot een goede hengelaar? Boomsma: "Kennis is bepalend; voor vijftig procent is het geluk. Dat geluk moet je wel waarmaken."
Lang geleden, toen de schrijver dezes nog jong was, deed de mythe de ronde dat je meer ving als het regende. Sjoerd Boomsma kent dat verhaal ook. "Er zal best iets van waar zijn." Nog zo'n voorbeeld van visserslatijn: "Ik ken vissers, die zeggen dat de vangst slecht is als de letter O in de windrichting zit." Wie zal het zeggen?
Bron: destentor.nl