Bron: wnf.nl. Het gaat een stukje beter met de tong en de schol in de Noordzee. Het Wereld Natuur Fonds (WNF) is blij met het herstel van deze bestanden, maar maakt zich ernstige zorgen over de kabeljauw. Daar gaat het nog steeds niet goed mee.
Het WNF pleitte de afgelopen jaren voor strenge maatregelen om de kabeljauw te laten herstellen, zoals tijdelijk gebieden sluiten om de (bij)vangst van kabeljauw te voorkomen.
Wetenschappers van de International Council for Exploration of the Seas (ICES) presenteerden vrijdag 26 juni de vangstadviezen. Op basis hiervan stellen de Europese Visserijministers aan het eind van het jaar de vangsthoeveelheden voor 2010 vast.
Volgens ICES gaat het nog steeds niet goed met de kabeljauw. Hoewel niet veel Nederlandse vissers gericht op kabeljauw vissen, belandt de vis bij andere visserijen nog vaak als bijvangst in de netten. Ook wordt een grote hoeveelheid kabeljauw dood overboord gegooid. Toch adviseren wetenschappers om ten opzichte van dit jaar in 2010 16 procent meer kabeljauw op te vissen, namelijk 40.300 ton. Deze stijging is volgens ICES mogelijk omdat er plannen zijn voor nieuwe maatregelen om de kabeljauwstand te herstellen. Zo komen er tijdelijk gesloten gebieden en moeten vissers hun netten aanpassen om de bijvangst van kabeljauw te verminderen. Juist het herstel van de stand blijkt zo moeilijk te zijn. Daarom dringt het WNF er bij de overheid en vissers op aan dat de maatregelen strikt worden nageleefd.
Dankzij een minder intensieve visserij op platvis gaat het beter met de schol en tong. Beide bestanden bevinden zich boven het voorzorgsniveau. Daarom hebben wetenschappers voor beide soorten een positief vangstadvies gegeven. In overeenstemming met het Europese beheerplan mag er in 2010 15 procent meer Noordzeeschol worden gevangen. Voor Noordzeetong wordt de vangsthoeveelheid ten opzichte van 2009 met 1 procent verhoogd. Dit is natuurlijk goed nieuws voor de vissers die deze soorten bevissen. Verstandig omgaan met de visbestanden geeft op de langere termijn een betere basis voor een economisch gezonde sector.
Het WNF maakt zich nog wel zorgen om schade aan de bodem het gebruik van de boomkor in de platvisvisserij en het grote aantal bijvangsten. Daarom blijft het WNF samenwerken met Nederlandse vissers om bijvangsten te verminderen en over te schakelen naar beter vistuig.
Bron: wnf.nl.