BERKENWOUDE - Ad Berkouwer zal, zo denkt hij zelf, de laatste beroepsvisser van de Krimpenerwaard zijn. Want er valt vandaag de dag geen droog brood meer te verdienen met vissen. “De visserij hier is ten dode opgeschreven. Je kan nog beter een uitkering aanvragen”, verzucht de Perkouwer. Dat was vroeger wel anders.
Berkouwer kan het weten, hij vist al praktisch z’n hele leven in de Krimpenerwaard. Zaten de sloten vroeger nog vol vis, tegenwoordig is het slecht gesteld met de visstand. Hoe dat komt? “Wanbeleid van het waterschap”, bromt de visser. “Ze hebben de polder de afgelopen jaren he-le-maal verziekt. Door het hele gebied vol te gooien met dammen en gemalen, en door voortdurend het waterpeil te verlagen. Daar komt nog bij dat ze de sloten en vaarten al jaren nauwelijks baggeren waardoor deze zijn dichtgeslibd.”
Kon Berkouwer vroeger praktisch alle waterwegen bevaren, tegenwoordig kost het ‘m de grootste moeite z’n visgronden te bereiken. Dammen vormen onneembare obstakels en door de dikke laag bagger loopt hij regelmatig vast met zijn boot. “Ik denk dat ik nog maar twintig procent van alle waterwegen kan bevaren in vergelijking met vroeger.” En de visstand heeft flink te lijden onder dit alles, want vissen kunnen zich moeilijker verplaatsen om voedsel te vinden en paaigronden te bereiken. Daar komen nog de aalscholvers bij die sloten soms compleet leegvissen.
Achterstand
Veel gaat er niet veranderen, want het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard heeft met het baggeren van de watergangen een achterstand van twintig jaar weg te werken. Iets waar ze zelf debet aan zijn. Berkouwer: “Op grond van de keur (verordening die bepaalt wat wel en niet mag op, in en langs de waterlopen, red.) is het hoogheemraadschap verplicht om regelmatig te schouwen. Dat schouwen gebeurde vroeger in de polder, maar tegenwoordig gebruiken ze een helikopter. Alsof je vanuit de lucht kan bepalen of een sloot diep genoeg is!” En als ze iets zien dat niet door de beugel kan, gebeurt er weinig.
Berkouwer: “Ze spreken een eigenaar wel aan als er bijvoorbeeld een sloot gebaggerd moet worden, maar aanschrijven doen ze niet meer. Dat is te duur. En die eigenaar doet vervolgens niets, want baggeren kost tijd en geld.”
Zakkenvullers
Aandacht voor water is er wel, maar dan vooral voor zaken bóven het wateroppervlakte. Wat er onder het water gebeurt, interesseert ze niets. Ik heb het met eigen ogen gezien, bij de bouw van het nieuwe gemaal tussen Lekkerkerk en Bergambacht. Dat gemaal kostte miljoenen euro’s, maar een voorziening voor vissen waren ze ‘vergeten’. Die pompen hebben miljoenen vissen vermalen.”
Berkouwer vindt het schrikbarend dat hij zijn oude beroep op deze manier moet beëindigen. “Ze hebben me gewoon de nek omgedraaid. En het interesseert ze daar achter hun chique bureaus in Rotterdam helemaal niks. Zakkenvullers zijn het.”
Bron: Het Kontakt