STOWA: 'Vermalen van vis is vooral een volkssprookje'

6374
26 mei 2010

Bijna 300.000 visjes hebben ze in twee jaar tijd gevangen, Bas van der Wal en zijn onderzoekscollega's van de STOWA(de Stichting Toegepast onderzoek Waterbeheer). Ze turfden eerst wat er zoal het gemaal naar binnen zwom en vingen af wat er weer naar buiten kwam.

Voor het eerst werd er langdurig en grootschalig gekeken naar de schade die gemalen aan de visstand toebrengen.

Bij de hengelsportverenigingen weten ze het al jaren heel erg zeker, de gemalen zijn massamoordenaars voor de Nederlandse vis. En de palingvissers op het IJsselmeer vechten elkaar doorgaans de tent uit, maar zijn het over één ding weer roerend eens. Dat de paling uitsterft, komt omdat ze aan gort worden vermalen bij het spuigemaal in Den Oever.Daar glippen ze - door de hormonen gedreven - toch door de buizen, om te gaan paren in de Sargassozee.

De opvattingen zijn in beton gegoten. Toch kloppen ze niet, zegt Bas van der Wal. Neem de paling maar, zeven tot vijftien procent sneuvelt inderdaad in de gemalen. Maar het leeuwendeel zwemt dus ongeschonden door. "Het kan simpelweg niet de verklaring zijn voor de sterk teruglopende stand". En dus komt misschien toch de tweede mogelijkheid in beeld, die vaak wordt genoemd: namelijk dat jonge aal voor de Spaanse en Portugese keeukens wordt weggevangen, voor die weer in Nederlandse wateren kunnen opduiken.

De cijfers zijn eigenlijk nog geheim, pas op 23 juni - toepasselijk op de Nationale Gemalendag - worden ze geopenbaard. Maar ze vormden donderdag alvast het neusje van de zalm aan de IJsseldijk in Wapenveld waar een congres 'Visherstel' werd gehouden.Een internationaal congres (er waren ook twee Belgen).

De bevindingen van Bas van der Wal: grote vissen (van vijftien centimeter en langer) wagen de tocht door de gemalen er meestal niet eens op, die blijven mooi waar ze zijn, afgeschrikt door het geluid of de toenemende stroming. De vissen die dat wel doen hebben een fikse kans op averij: tien tot vijftien procent overleeft het niet. Maar de kleinere vis schiet wel gewoon het gemaal door, en daarvan legt 1 tot 3 procent het loodje, en dat hangt dan af van het type gemaal. De vijzelgemalen zijn nog het veiligste voor de vis, ze gaan worden opgenomen in grote hoeveelheden water, en dat verkleint de kans op een geduchte knauw van het mechaniek.

Een uitzondering op de regel zijn de schroefgemalen.Die werken met grote propellers in de buis. Van de kleine vis raakt zo'n achttien procent gewond of gedood.De grote vis heeft er nagenoeg geen overlevingskans - de propellors draaien zo snel, dat er onvoldoende ruimte is om er grote vis nog tussendoor te glippen.

Twee jaar geleden was vis, die beschadigd werd in de gemaalpijpen, nog volstrekt geen issue voor de beleidmakers die er over gaan - zegt Bas van derWal. De waterschappen letten bij de bouw vooral op prijs, op capaciteit, op veiligheid en CO2-uitstoot. Maar daar komt gaandeweg verandering in, misschien ook wel door alle metingen in het onderzoek en de interne publiciteit in de vakbladen. "Het wordt toch meer een item, het drijft mee in de stroom van toenemende aandacht voor dierenwelzijn". Geen wonder dat ook de Partij voor de Dieren in het publiek vertegenwoordigd was.

Hij heeft er geen verklaring voor dat de verhalen over gruwelijke verminking van de vis zo onuitroeibaar is. "Als mensen vissen zien die gewond zijn, maakt dat veel indruk, dat zijn sterke, zware beelden. "Maar ik vergelijk het met een vliegramp. Zo'n ramp als in Tripoli komt hard aan, maar tegelijkertijd is het een uitzondering, bij 29.000 vluchten per etmaal gaat het wel goed. In zulke termen moet je het ook bij die gemalen bekijken".

Bron: De Stentor

Er zijn geen gerelateerde berichten.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.