Net zoals zoveel mensen in Nederland kijkt Wiel Kuypers uit Mill uit naar het weekend. Zondagmiddag twaalf uur welteverstaan, want dan heeft hij er 160 uur non-stop vissen op zitten.
“Ik zit heerlijk vastgeplakt op mijn kist en het gaat hier prima. Het is na dat beestenweer van vannacht nu gelukkig weer droog”, meldt Wiel telefonisch vanaf visvijver De Bus in Mill. “Als de regen zoals afgelopen nacht urenlang met bakken uit de hemel komt, is het turen naar een dobber knap vermoeiend. Dat is echt bijna niet te doen. Als ik nog niet op honderd uur had gezeten, dan was de kans groot geweest dat ik de handdoek in de ring had gegooid.”
Wiel Kuypers heeft er weer een (nat) nachtje aan visvijver de Bus op zitten.
Daar is nu echter geen sprake van. “Ik ben nu tekort bij. Nu ga ik ook door tot het einde. Ik ben al aan het aftellen.” Daarbij kijkt hij niet op een uurtje. “Het is pure zelfkwelling om ieder uur op de klok te kijken. Daarom heb ik het restant in drie blokken opgedeeld. Eerst werk ik toe naar vanavond 20.00 uur. Daarna morgenmiddag 16.00 uur en tenslotte zondagmiddag 12.00 uur. Op deze zogenaamde ‘evaluatiemomenten’ kan ik dan opperen dat ik er toch mee stop. Niet dat ik dat van plan ben, maar het is gewoon leuk om de boel af en toe een beetje op te naaien.”
Zelf laat hij zich niet gek maken. Niet door het weer, niet door de vis die maar af en toe bijt – ‘vannacht had ik er vier: drie voorntjes en een paling’ – en niet door de drukte rondom zijn persoontje en de werelduurrecordpoging. “Ik blijf rustig zitten en maak me nergens druk om. Daar schiet ik nu eenmaal niks mee op.” Hij is wel blij met de steun die hij aan de waterkant ontvangt. “Vannacht ging de laatste bezoeker om half vijf naar huis en nu staat het ook alweer lekker vol. De hele gemeenschap staat 100% achter me. Zo kijkt praktisch iedereen voor me op de buienradar; ik weet de hele dag precies wat het weer gaat doen.”
Met de werelduurrecordpoging zamelt Wiel geld in voor de Stichting Doe een Wens.
Waar hij geen weet van heeft, is wat er hem te wachten staat als hij zondagmiddag om twaalf uur van zijn kist afstapt. “De voorzitter van HSV Het Kanaal uit Mill heeft al gezegd dat ik mijn horloge moet inleveren omdat ik anders nog steeds teveel met de tijd bezig zou zijn. Verder zijn ze al voorzichtig bezig met het voorbereiden van allerlei festiviteiten, maar daar weet ik nog niets van. Ik zie het wel op me afkomen. Daarbij heb ik ook al aangegeven dat de kans groot is dat ik na afloop mijn spulletjes pak en lekker naar huis ga. Ik heb natuurlijk nog wat slaap in te halen.”
Lees ook: