Kroeskarpers ontwikkelen een hogere lichaamsvorm in de nabijheid van roofvissen, zoals snoek. Dit maakt de vis minder kwetsbaar voor predatie.
Enige tijd is gedacht dat alarmstoffen (schrikstoffen) uit de huid van gepredeerde soortgenoten, een prikkel vormden voor de soortgenoten om een hogere lichaamsvorm te ontwikkelen. In het laboratorium werd deze hypothese onderzocht. Hierbij werden zuivere alarmstoffen uit kroeskarpers gewonnen en naast gewoon voer, toegepast in een serie groeiproeven.
Hoewel de kroeskarpers groeiden, namen de onderzoekers geen veranderingen waar in lichaamsvorm. Men vermoedt nu dat er sprake is van een ander proces. Bepaalde bacteriën in het darmkanaal van roofvissen, produceren in het verteringsproces waarschijnlijk in het water oplosbare stoffen. Na uitscheiding kunnen deze stoffen door de andere kroeskarpers worden waargenomen en de aanzet geven tot de aanleg van een hogere lichaamsvorm.
Dergelijke latente (indirecte) signaalstoffen zijn eerder in andere aquatische organismen aangetroffen, maar tot nu toe niet bij vissen gerapporteerd.
Stabell, O.B., A.C. Faeravaag & A. Tuvikene ((2010). Challenging fear: chemical alarm signals are not causing morphology changes in crucian carp ( Carassius carassius). Envviron. Biol. Fish. 89: 151-160.