Aalproblematiek bij Vroege Vogels (video)

7858
15 jun 2011

Al een paar jaar staat de palingstand onder druk. Niets voor niets staat de trekvis op de CITES-II lijst: paling is niet direct bedreigd met uitsterven maar dat zal wel gebeuren tenzij er niet meer in gehandeld mag worden.

Sinds twee jaar heeft de overheid bepaald dat er gedurende een aantal maanden (eerst twee, daarna drie maanden) niet op paling gevist mag worden.

-> Bekijk hier de volledige uitzending van Vara Vroege Vogels 14/06/2011

Palingwijzer

Om de paling in stand te houden bedacht de Stichting DUPAN (Duurzame Palingsector Nederland) de palingwijzer. DUPAN stelt daarin dat door meer paling te eten je de paling in stand houdt. Van het verdiende geld kan glasaal gekocht worden en weer tot paling worden gekweekt. Gekweekte paling zorgt niet voor nakomelingen en is er voor consumptie. Greenpeace, Stichting Noordzee en de commissie Aalherstel hebben bij de reclame Code Commissie een klacht tegen DUPAN ingediend omdat de palingwijzer misleidend is.

Onzin

De Palingwijzer haalt onder meer in punt 7 onderzoek van het Landbouw Economisch Instituut (LEI) aan dat stoppen met visserij en handel geen optie is voor de palingsector om de paling te helpen herstellen. Navraag bij het LEI leert dat DUPAN hier niet eens onjuist citeert maar ronduit onzin vertelt. Het LEI heeft DUPAN dringend gevraagd deze tekst aan te passen.

Duurzaam?

De vraag blijft of duurzame paling kan bestaan. De schuld van de lage palingstand ligt volgens DUPAN aan de vervuiling, de gulzige aalscholver, en de barrières zoals gemalen, sluizen en waterkrachtcentrales die de trekvis dwarsbomen. DUPAN stelt dat de schuld in ieder geval niet bij de vissers, kwekers en verwerkers ligt. Creativiteit zoals vangstquota of een hogere minimumlengte van de paling ontbeert DUPAN. Echte ideeën moet je zoeken bij vissers die al decennia ervaring hebben.

Menno spreekt in Vroege Vogels met de laatste palingvisser aan de IJssel en met Jan Terlouw van de commissie Aalherstel die vindt dat het volledig afgelopen moet zijn met de palingvisserij.

Bron: Vroege Vogels

-> Bekijk hier de volledige uitzending

-> Alles over de aalproblematiek

Noot van de redactie: Feiten en fictie

Dit is een reactie op het TV-item 'Bestaat duurzame paling?' van 14 juni 2011. Sportvisserij Nederland is namelijk van mening dat in dit item een onvolledig en onjuist beeld is geschetst van de aalproblematiek in Nederland.

De beroepsvisser hanteert selectief en niet wetenschappelijk getoetst cijfermateriaal. Er zijn geen betrouwbare gegevens bekend over de aalstand (aantallen, kilo/hectare) in de Nederlandse wateren, waaronder de rivieren [ Nederlands Aalbeheerplan, ministerie van EL&I 2009; rapport Imares/ Wageningen Universiteit 2010]

Slacht

Vanuit de aal gezien betekent groter en zwaarder worden het produceren van meer eieren: het biologische antwoord op de sterke achteruitgang in aantallen. Mede daarom is het voortzetten van de visserij absoluut niet duurzaam te noemen: de visserij slacht letterlijk en figuurlijk de aal met de voor herstel noodzakelijke eieren.

Minder alen maken nu één kilo

De beroepsvisser geeft een daling van 65 kg/ha (jaar 2000) naar 40 kg/ha (2011) en stelt huidige stand gelijk aan het jaar 1980. De beroepsvisser geeft aan dat het aalbestand in 1980 even groot was als nu, anno 2011. Ook dit is een perceptie in kilogrammen. Het bestand aan kleine, jonge aal was toen vele malen groter. Maar er gaan vele tientallen tot honderden kleine aaltjes in een kilo en maar een paar grote. De beroepsvisser ving toen waarschijnlijk alen van 100 gram/stuk, 10 in de kilo, met een heel groot onderliggend bestand van kleinere aal.

Tegenwoordig vangt de beroepsvisser met een paar alen al een kilo, maar het onderliggend bestand is er niet meer. Het jaar 1979 was een topjaar in de glasaalintrek, bezien over een tijdreeks sinds 1932 (rapport Imares). Aalbiologen beschouwen 1980 als een kantelpunt, waarbij nog min of meer sprake was van een natuurlijke stand. Dit ijkpunt wordt ook door de EU gehanteerd in de zgn. Aalverordening. Over het IJsselmeer is een lange tijdreeks beschikbaar. Zelfs in kilo’s is de aanvoer nu minder dan 10% van de aanvoer in 1980, in aantallen nog veel minder dan 10%.

Volstrekt onwaarschijnlijk

De beroepsvisser stelt dat een groot deel van de glasaal voor barrières wordt weggevangen omdat de glasaal anders toch ten gronde gaat. De bedoelde glasaal is vooral afkomstig uit Frankrijk. Maar ook hiervoor geldt dat de hoeveelheid Franse glasaal nog maar 1-3 procent is in vergelijking met 1980. Deze glasaal kan veel beter in Franse wateren worden uitgezet, opgroeien tot schieraal en daarmee bijdragen aan herstel. Het is volstrekt onwaarschijnlijk dat Franse, natuurlijke glasaal, die vervolgens wordt opgekweekt in Nederlandse mesterijen (60% voor consumptie, 40% voor uitzetting) meer bijdraagt aan het aalherstel, dan dat zij in de eigen Franse stroomgebieden wordt uitgezet.

'Roof'aal

De beroepsvisser voert naar eigen zeggen een beheer op roofaal, mede ook omdat deze naar verhouding vrij veel jonge aal eet. Roofaal is grote aal (vrouwtjes) en deze kan inderdaad vis eten, waaronder kleine soortgenoten. Het bestand aan kleine aal is echter zo laag, dat grote en kleine aal elkaar nauwelijks meer in de weg zitten. Wetenschappers stellen dat de aalstand zo laag is geworden dat er geen zgn. dichtheidsafhankelijke sterfte meer optreedt. Hiermee vervalt dit argument voor aalonttrekking.

Vangstverbod

Saillant detail in dit verhaal is dat het zich afspeelt op de IJssel, een vangstgebeid voor aal dat is gekenmerkt als dioxinegebied, aldus bekend gemaakt door staatssecretars Bleker, in maart 2011. Het is sinds 1 april 2011 verboden om daar paling te vangen.

Er zijn geen gerelateerde berichten.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.