Nederland 8e op EK Zoetwatervissen

Bondscoach Jan van Schendel reageert teleurgesteld direct na afloop van de tweede wedstrijd aan de rivier Guardiane. “Dat komt omdat ik ervan overtuigd ben dat we zoveel beter kunnen. Tijdens dit EK kwam het er echter niet uit. Dat is behoorlijk frustrerend en maakt dat ik hier niet met een goed gevoel weg ga.” De tegenvallende klassering in de brede subtop was het gevolg van een niet al te beste eerste dag en slechts deels gelukte inhaalrace op dag twee.

De slechte dag die de Nederlandse ploeg zaterdag had, kan volgens Van Schendel gebeuren. “Toen hebben we op verschillende plekken beslissende vissen verspeeld. Maar de karpervisserij met de vaste stok hier is ook zo onvoorstelbaar verschillend van die in Nederland. Dat is niet te vergelijken met die we op de visvijvers bij ons kennen. Zo schiet de detailkennis over het zogenaamde ‘maximaal aanvoeren’ bij ons tekort. We kregen wel karper op de stek, maar door het typische aasgedrag resulteerde dit alleen maar in lijners of ‘gepikkelde’ vissen.”

Het plan voor de tweede wedstrijd was om de opgelopen achterstand zo veel mogelijk in te halen. “De vijfde plek was nog haalbaar, maar het is helaas niet gelukt het maximale eruit te halen”, zegt Van Schendel. “De resultaten waren wel aanzienlijk beter, maar nog steeds niet echt top. Ondanks een redelijk resultaat, kom je dan toch nog tekort.” Het toont volgens de bondscoach de achterstand aan die Nederland heeft voor wat betreft de typisch Zuid-Europese visserij op onder meer karper en carassio. “Tijdens internationale wedstrijden doen we de broodnodige ervaring op en kunnen we een en ander een beetje bijspijkeren. Maar een week trainen is simpelweg te weinig om deze visserij echt goed onder de knie te krijgen.”