Jan van Schendel is al een aantal jaren bondscoach van de Nederlandse teams. Zelf is hij een verdienstelijk wedstrijdvisser met veel internationale ervaring. Hij kan dus als geen ander een inschatting maken van de visserij en de omstandigheden aan het Van Harinxmakanaal.
De visserij tijdens de trainingsweek is een erg lastige. De omstandigheden zijn zwaar en de vis is maar moeilijk te vangen. “Vooral de scheepvaart is spelbreker als het gaat om de strategie. Doordat vooral de zwaardere vrachtvaart veelvuldig langs komt is het nagenoeg onmogelijk om de visstek op te bouwen. Telkens als een zware vrachtvaarder langs komt wordt de gehele stek ‘leeggetrokken’. Er moet dan weer opnieuw geprobeerd worden om de vis terug op de stek te krijgen. Dit kost veel tijd en zorgt voor veel onderbreking van de effectieve trainingstijd.”
Verschillende omstandigheden
“Ik vind het vooral vervelend voor de teams die van ver zijn gekomen om hier een serieuze trainingsweek door te maken.” Van Schendel geeft aan dat er veel onbegrip is bij de andere teams over de omstandigheden. “Vooral in Engeland, Frankrijk en Italië kennen ze dit soort omstandigheden tijdens WK’s totaal niet. Daar is de sport verder ontwikkeld en zorgen ze voor betere omstandigheden. Het is jammer dat de trainingsweek niet dezelfde omstandigheden biedt als bij de wedstrijddagen. Dat is een extra handicap en soms frustrerend.”
Kansen Oranje
Over de kansen van het Nederlandse team is de bondscoach voorzichtig. “Ik heb alle vertrouwen in onze meiden. Zij zullen er het maximale uit halen, daar ben ik van overtuigd. We moeten alleen wel realistisch blijven: we hebben een piepjong team waarvan de teamleden nog veel bij moeten leren. Als je kijkt naar de Fransen of Engelsen, waar veel meer ervaring aanwezig is, is het de vraag of we ons thuisvoordeel ook om kunnen zetten in een podiumplaats.”
Stevige concurrentie
Door de jaren heen is Nederland opgeklommen tot een steady vierde of vijfde plaats op de wereldranglijst. “Op zich een mooi resultaat. Maar om er vanuit te gaan dat we hier dan op goud uit zullen komen, is nog maar de vraag. We zullen daarvoor o.a. de Engelsen,Belgen en Duitsers naar huis moeten vissen. Als de visserij zo slecht blijft als nu, maken de Fransen denk ik ook een hele goede kans.” Van Schendel is ervan overtuigd dat het sterkste team ook daadwerkelijk zal winnen. “Mogelijke toevalstreffers in de vangsten zullen denk ik niet van invloed zijn op de einduitslag. Alleen teams die de zaken heel goed voor elkaar hebben zullen hier een gooi naar de overwinning kunnen doen.”
Teamresultaat
Van Schendel vindt vooral het teamresultaat erg belangrijk. “Een WK vissen is een teamsport. een goed teamresultaat staat voorop. Als er een individuele uitschieter tussen zit is dat prachtig voor Nederland en een titel zou natuurlijk helemaal super zijn.” Toch blijft een goed teamresultaat de eerste prioriteit. “Als een team collectief goed kan presteren, betekent dat automatisch dat ook de individuele resultaten goed zullen zijn”, gooit de bondscoach er een soort Cruijffiaanse logica tegenaan.
Andere cultuur
Gevraagd naar de status van de sport op dit moment is Van Schendel kritisch positief. “Ik ben wel eens jaloers op wedstrijdlanden als Italië. De organisatie is daar erg sterk en als je in dat land een goede visser bent, dan ben je een sportheld. In Nederland hebben we te maken met een andere cultuur. De wedstrijdvisserij is een kleine sport en heeft dus ook moeite om status te krijgen.”
Gemiste kans
Toch heeft ons damesteam al heel wat positieve publiciteit gekregen. Zijn daar wellicht al effecten van merkbaar? “Jammer genoeg is er nog geen duidelijke toekomstige nieuwe aanwas voor het team. Dat is jammer voor de sport.” Ook betreurt Van Schendel het dat de publiciteit niet heeft geleid tot een mooie sponsor voor het team. “Het is ronduit teleurstellend dat de Nederlandse groothandels dit team niet omarmd hebben. Naast de enorme potentie van dit team, geven de meiden een enorme boost aan de bekendheid van het vissen. Tot nog toe moet dit team het stellen zonder een eigen sponsor. Dat is ronduit teleurstellend.”