Vandaag en morgen worden de onderhandelingen over de hervorming van het Europese visserijbeleid afgerond. Waar het Europees Parlement in februari met een grote meerderheid (502 voor en 137 tegen) instemde om de sportvisserij een plek te geven in het nieuwe beleid, lijkt de Raad van Europese visserijministers echter geen gehoor te geven aan dit krachtige signaal.
Tot dusver is de Raad tegen deze positieve erkenning van de sportvisserij. In plaats daarvan leeft wel de gedachte bij de Europese visserijministers om expliciet te vermelden dat ‘recreatieve visserij een significante impact kan hebben op visbestanden…’ Het is een feit dat de sportvisserij een effect heeft op visbestanden. Dit moet echter wel in het juiste licht worden bezien: de impact moet worden afgezet tegen het visbestand en niet tegen de wens van andere stakeholders om meer van de te verdelen koek voor zichzelf te houden.
Om de zaken in perspectief te plaatsen: als er in Europa alleen nog maar recreatief werd gevist – zonder enige vorm van beroepsvisserij – dan zou vandaag de dag geen enkel visbestand worden overbevist en/of worden bedreigd in zijn voortbestaan. Andersom kan echter niet hetzelfde worden gezegd. Overall wordt aangenomen dat de sportvisserij verantwoordelijk is voor 3% van de geoogste vis tegenover 97% voor de commerciële en semi-commerciële visvangst. Daarbij genereert de hengelsport een economische opbrengst van ettelijke miljarden euro’s en meer dan 100.000 banen in Europa. Iedere door sportvissers gevangen vis levert daarbij veel meer economische winst en banen op dan iedere andere sector in de visserij.
Klik
hier voor het persbericht van de European Anglers Alliance.