Uitspraak beroepszaak staand want visserij Rotterdamse havenmonding

9333
18 nov 2015

Door Sportvisserij Zuidwest Nederland is beroep ingesteld bij de rechtbank tegen drie vergunningen die zijn verleend door het ministerie van Economische Zaken voor het vissen met staand want in de Rotterdamse havenmonding. Deze week deed de rechtbank uitspraak.

In september 2013 ontving Sportvisserij Zuidwest Nederland enkele klachten over beroepsvissers die met staand want visten in het Rotterdamse havengebied. Sportvissers beklaagden zich er onder andere over dat de netten pal voor hun neus werden gezet zodat zij gedwongen werden te vertrekken.

Met het einde van het zeebaarsseizoen namen de klachten echter weer snel af. Tot de zomer van 2014 toen regende het klachten van sportvissers.



Bezwaarschrift


Sportvisserij Zuidwest Nederland is vervolgens lange tijd bezig geweest om uit te zoeken op basis van welke regels er werd gevist. Toen in augustus 2014 duidelijk werd dat het ministerie van Economische Zaken hiervoor vergunningen uitgaf, was er nog een beroep nodig op de Wet openbaarheid bestuur om de vergunningen daadwerkelijk boven tafel te krijgen. Het bleek te gaan om 3 vergunningen voor het vissen met 2.500 meter staand want per vergunning die geldig zijn tot en met 31 december 2015.

Sportvisserij Zuidwest Nederland heeft in samenwerking met Sportvisserij Nederland toen direct bezwaar gemaakt tegen deze vergunningen omdat het op zijn zachtst gezegd niet zo goed gaat met de zeebaars, de bijvangst van beschermde vissoorten als zalm en zeeforel en strijdigheid met het eigen beleid van het ministerie.

Beroep


Toen een besluit op het bezwaar uitbleef is het ministerie in gebreke gesteld en is aanspraak gemaakt op een dwangsom. Begin januari 2015 werd het bezwaar afgewezen door het ministerie waarna door Sportvisserij Zuidwest Nederland beroep is ingesteld bij de rechtbank.

Op 3 september 2015 vond de mondelinge behandeling plaats van dit beroep. Naast de inhoudelijke bezwaren van Sportvisserij Zuidwest Nederland werd tijdens de hoorzitting ook langdurig stilgestaan bij de vraag of Sportvisserij Zuidwest Nederland wel op tijd bezwaar had gemaakt. Sportvisserij Zuidwest Nederland vindt, net als het ministerie, van wel want pas na het beroep op de Wet openbaarheid bestuur werd immers duidelijk om welke vergunningen het ging.

Uitspraak


De rechtbank is in tegenstelling tot het ministerie echter van mening dat Sportvisserij Zuidwest Nederland te laat bezwaar heeft gemaakt. Het ministerie had het bezwaarschrift van Sportvisserij Zuidwest Nederland daarom niet inhoudelijk mogen beoordelen. 

Omdat de bezwaren van Sportvisserij Zuidwest Nederland toch inhoudelijk zijn behandeld, vernietigt de rechtbank het besluit van het ministerie en verklaart de rechtbank Sportvisserij Zuidwest Nederland alsnog “niet ontvankelijk” in haar bezwaren. Omdat Sportvisserij Zuidwest Nederland niet ontvankelijk is, gaat de rechtbank niet in op de inhoudelijke bezwaren vanuit de sportvisserij tegen de betreffende vergunningen

Het besluit van het ministerie wordt dus vernietigd op grond van een procedurefout maar de vergunningen blijven in stand.

Hoe verder?


Het is jammer dat de rechtbank geen oordeel heeft gegeven over de vergunningen zelf. Aan de andere kant is het zo dat de vergunningen op 31 december 2015 aflopen.

Geeft het ministerie voor 2016 opnieuw vergunningen af dan kunnen Sportvisserij Zuidwest Nederland en Sportvisserij Nederland hier bezwaar tegen maken. Dit zal ook zeker gebeuren als het ministerie geen rekening houdt met de bezwaren vanuit de sportvisserij tegen deze vergunningen.

Wij houden je op de hoogte van deze belangrijke zaak voor de sportvisserij maar ook voor de hengelsportwinkeliers in dit gebied. Want ook zij zijn, naast de sportvisserij- en recreatiesector, voor hun boterham afhankelijk van een gezonde visstand.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.