Alles weten over de snoekbaars?

14961
28 jan 2008

Het was de 'Vis van het jaar 2007'. En niet voor niets. De snoekbaars is een bijzondere vis, die bij velen tot de verbeelding spreekt. Een exoot, die tot bijzondere sportvis is geworden.

Je leest er alles over in het nieuwe Kennisdocument Snoekbaars (PDF 4,5 MB).

Lees hieronder alvast de samenvatting: In dit kennisdocument (PDF) is een overzicht gegeven van de kennis van de snoekbaars Sander lucioperca (Linnaeus, 1758). Deze kennis betreft informatie over de systematiek, herkenning en determinatie, geografische verspreiding, de leefwijze, het voedsel, de voortplanting, ontwikkelingsstadia, migratie, specifieke habitat- en milieueisen, visserij en beheer. De snoekbaars behoort tot de familie van de echte baarzen, Percidea, en is een belangrijke vissoort zowel voor de sport- als voor de beroepsvisserij. De soort is opgenomen in de visserijwet, er geldt een gesloten tijd van 1 april t/m 31 mei en een minimummaat van 42 cm.

De snoekbaars kan maximaal 120 cm lang worden bij een gewicht van 25 tot 30 pond. De snoekbaars is een roofvis en vooral de grote vangtanden, de oplichtende ogen en de twee gescheiden rugvinnen waarvan de voorste stekels bevat, maken de snoekbaars eenvoudig te herkennen. De snoekbaars kan niet verward worden met de baars omdat de grote de baars een grote zwarte vlek op de voorste rugvin heeft. Die vlek ontbreekt bij de snoekbaars. De snoekbaars kwam voor het einde van de 19de eeuw niet voor in de Nederlandse wateren. Door grootschalige uitzettingen van pootsnoekbaars in de Weser, de Eems en de Rijn sinds het einde van de 19de eeuw, drong de snoekbaars steeds verder in West-Europa door.

Het huidige verspreidingsgebied beslaat grote delen van Oost-, Midden-, West- en Noord-Europa. Het gebied strekt zich uit van het Aralmeer in het oosten tot en met Engeland in het westen en van Midden-Scandinavië in het noorden tot Noord-Italië en de delta van de Ebro in Spanje in het zuiden. Snoekbaars komt voor in nagenoeg alle watertypen. De soort heeft een voorkeur voor troebel water maar komt ook voor in heldere diepere wateren zoals afgravingen. Tot een lengte van ongeveer 8 cm eet de juveniele snoekbaars voornamelijk ongewervelde diertjes, daarna wordt overgeschakeld op prooivis. Als dat gebeurt versneld de groei ten opzichte van de juvenielen die niet overschakelen.

Deze groeiversnelling is positief voor de overleving en daarmee de jaarklassterkte. In maart april trekt de snoekbaars naar de ondiepe paaiplaatsen. De paaitijd van de snoekbaars begint in april en duurt tot eind mei. Het mannetje bewaakt het nest totdat de eieren uitkomen. Over migratie in de grotere riviersystemen is slechts weinig bekend maar aanzienlijke afstanden kunnen worden afgelegd.

Lopend onderzoek (PDF 2,5MB) van Sportvisserij Nederland zal uitwijzen of dit in de Nederlandse rivieren plaatsvindt, hoe en in welke mate. De snoekbaars heeft weinig concurrenten in de Nederlandse wateren. Snoek aast over het algemeen op grotere vis. Snoek is bovendien niet aanpast aan het leven in troebel water. Snoekbaars heeft een voorkeur voor kleinere vis en eet ook dood aas. Baars eet voornamelijk nog kleinere levende prooivis. Roofblei begeeft zich voornamelijk in de bovenste waterlagen met flinke stroming, terwijl de snoekbaars foerageert nabij de bodem of obstakels. Vooral jonge snoekbaars kent een aantal predatoren. Ze worden gegeten door soortgenoten, baars, snoek, roofblei en door vogels als fuut en aalscholver. Voor zowel de sportvisserij als voor de beroepsvisserij is de snoekbaars een belangrijke vissoort. Het is een gewaardeerde sportvis en ook culinair wordt de vis geprezen.

Er zijn geen gerelateerde berichten.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.