'Het gaat beter met de poldervissen'

7907
27 jun 2007

TIEL - Fabrice Ottburg is leraar biologie, ecoloog en onderzoeker bij Alterra aan de Wageningse Universiteit. Daarnaast is hij actief als voorzitter van de Werkgroep Poldervissen van de Stichting Reptielen - , Amfibieën - , Vissenonderzoek Nederland (RAVON).

Fabrice Ottburg: poldervissen. Foto William Hoogteyling

Van kinds af aan heeft hij een passie voor vissen (en amfibieën): "Elk vrij uurtje liep ik langs de sloot om kikkervisjes en stekelbaarsjes te vangen. De meeste ouders denken: dat gaat wel over. Bij mij niet. In 2000 heb ik met Rombout van Ekelen, Theo de Jong en Gé van Beek de Werkgroep Poldervissen opgericht. We waren allemaal lid van RAVON, met een voorliefde voor poldervissen."

" Voor vissen in rivieren en grote wateren was wel belangstelling, maar voor vissen in boerensloten was relatief weinig aandacht. Om dat te veranderen hebben we in 2002 een symposium georganiseerd in Reeuwijk: 'Poldervissen - wegen onder water. Van beleidsstatus naar bescherming en -beheer'. Er waren veel belangstellenden, ook uit het buitenland."

" Twee jaar geleden zijn we begonnen met het onderzoeksproject 'Vissen in de West-Betuwe' tussen Amsterdam-Rijnkanaal, A27, Lek en Waal en beslaat 540 kilometerhokken. We hebben voor een centraal gelegen veen-weidegebied gekozen, omdat de ongeveer 130 mensen in de werkgroep uit het hele land komen. Ook omdat hier allerlei typen sloot voorkomen: smal, breed, open en geïsoleerde (zij-)sloten. Elke eerste vrijdag van de maand bemonsteren we minimaal tien hokken. We willen nog twee plekken in de Linge doen. Daar verwachten we nog een paar extra soorten aan te treffen: zoals de Europese meerval of een mooie grote barbeel."

" We gaan het water in en vangen de vissen met speciale schepnetten door met grote halen over de bodem te gaan. Soms drijven we ze op. Zwaar werk. We hebben 28 soorten gevonden, waaronder de beschermde bittervoorn en de grote en kleine modderkruiper."

" Opvallend was ook de vondst van het bermpje. Gedacht werd dat die alleen in natuurlijke stroompjes voorkomt, maar hier dus ook in de weteringen waar wat stroming in zit. De grootste vissen zijn de snoek en de karper, maar die laatste geldt als exoot. De kleinste is het tiendoornige stekelbaarsje. Nog onbekend was dat ook het vetje en de bittervoorn in de sloten huizen."

" Het gaat beter met de poldervissen door gefaseerd slootbeheer en milieuvriendelijke oevers. We werken ook samen met het waterschap om gezamenlijk te komen tot een boek. Zeg maar een regionale visatlas. Ook de gevonden amfibieën worden vermeld. Mooiste plek? het Rijswijksche veld en rondom Zoelen."

Bron: gelderlander.nl

Er zijn geen gerelateerde berichten.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.