Dat het karpervissen op de grote rivieren mooie vangsten op kan leveren, staat vast. Toch waagt het merendeel van de karpervissers zich er niet aan. Veelgehoorde redenen: veel scheepvaart, te harde stroming, constant valse piepen en allerlei bijvangsten. Richt je het vizier echter op de zijarmen en -plassen die met de grote rivieren in open verbinding staan, dan wordt dat al gauw een ander – veel lucratiever – verhaal. Riviervisser Remond van Dijk wijst je de weg.
In zijarmen heb je om te beginnen geen last van scheepvaart, er staat weinig tot geen stroming en nu de herfst zich aandient zoekt de karper vaak rustiger water op buiten de harde stroming. De hele winter in de volle stroming zwemmen zonder daarbij veel krachtvoer te eten, is immers niet energie-efficiënt. Vergeet bovendien niet dat de drie reguliere nachtvismaanden vanaf 1 september alweer voorbij zijn, terwijl je op de grote rivieren en veel van de daarmee in open verbinding staande plassen als sinds heugenis het hele jaar rond mag nachtvissen. Zelf ben ik woonachtig in het mooie Kampen, met aan de voorkant de IJssel en aan de achterkant de Randmeren zoals het Vossemeer en het Drontermeer. In het voorjaar en de zomer vis ik vooral op de Randmeren, maar in het najaar richt ik mijn pijlen op de zijtakken en zandafgravingen van de rivier de IJssel. De inhoud van dit artikel is echter op alle grote rivieren van toepassing, zodat ook jij het deze herfst een poging kunt gaan wagen.
Lees hier het hele artikel (PDF).
-> Meer karperartikelen