DEDEMSVAART - "Blankvoorn twaalf. Rietvoorn veertien. Ruisvoorn elf." Een voor een haalt Gerrit van Eck van Sportvisserij Nederland de vissen uit de teil, legt ze langs de meetlat, noemt het soort en de lengte om ze vervolgens weer in een andere teil te plaatsen.
Ondertussen houdt zijn collega Josje Peters op een groot vel nauwkeurig bij welke soorten en maten er voorbijkomen. De vereniging voor sportvissers hield de afgelopen dagen een grootscheeps onderzoek naar de visstand in de Kotermeerstal in Dedemsvaart.
"Het doel van dit onderzoek is om de visstand in kaart te brengen," zegt Evert Dijkhof van Sportvisserij Nederland. "Dat is belangrijk omdat het waterschap Velt en Vecht met die informatie het water goed kan beheren. Op basis van de eigenschappen van deze plas konden we al een voorspelling doen over de vis die hier veel voorkomt. Het is een helder, ondiep en plantenrijk water, dus dat zou moeten betekenen dat er veel zeelt, snoek en ruisvoorn in het water zit. Dat klopt behoorlijk, hebben we tot nu toe gezien."
Vrijgelaten
Met bootjes en verschillende soorten netten gaan de onderzoekers het water op om grote delen van de Kotermeerstal leeg te vissen. Nadat Van Eck en Peters hun telwerk hebben gedaan, gaat de vis in een enorm leefnet langs de oevers. "Dat is om dubbeltelling te voorkomen," zegt Dijkhof. "Na het onderzoek worden ze natuurlijk weer vrijgelaten. De vissen hebben daar weinig last van, er gaat er praktisch geen een dood."
Henk Dros, voorzitter van Hengelaarsvereniging De Brasem licht het onderzoek nog wat toe. "De Kotermeerstal is behalve een visplas ook een zwemwater, waar regelmatig blauwalg geconstateerd wordt. Men probeert te achterhalen waar dat door komt, en er is een theorie dat een te grote hoeveelheid vis de oorzaak zou zijn. In de mest van vis zit namelijk fosfor en dat bevordert de groei van blauwalg. Met dit onderzoek willen we die theorie uitsluiten."
Roofvis
"Snoek 73," roept Van Eck ondertussen, nadat hij een teil met een exemplaar van deze vissoort uit de boot heeft gehaald. "Gisteren hadden we er een van tachtig centimeter." Ook dat stelt volgens de toegestroomde toeschouwers - voornamelijk heren op leeftijd en enkele tienerjongens - echter weinig voor. "Een échte snoek is minimaal een meter," roept een van de heren, die allemaal wel een mening hebben over de visstand in de Kotermeerstal. "Je vangt hier maar weinig," moppert een gedrongen grijze heer. "Dat komt juist door de snoek," repliceert een ander. "Dat is een roofvis en die eet alles op."
Bron: de Stentor
-> Alles over Visserijkundig Onderzoek voor jouw vereniging