URK - Om het aantal beroepsvissers op het IJsselmeer te verminderen is een bedrag van zeven tot tien miljoen euro nodig.
Van de zeventig beroepsvissers op het IJsselmeer kunnen er dan nog ongeveer twintig op het IJsselmeer blijven vissen.
Dat schrijft Marjan van Kampen-Nouwen, die bemiddelt tussen beroeps- en sportvissers op het IJsselmeer, aan de Tweede Kamer. Sportvissers vinden dat de beroepsvissers te veel vis vangen. Vorig jaar botsten beide partijen op het vissen op spiering. Vanuit Urk, maar ook uit de zes andere IJsselmeergemeenten, kwamen felle protesten toen toestemming uitbleef. Volgens bemiddelaarster Van Kampen-Nouwen hebben sport- en beroepsvissers nu 'gezamenlijk op hoofdlijnen een visie ontwikkeld om uit de impasse te komen'.
Dan moet er wel een IJsselmeerfonds moeten komen, waarmee de beroepsvissers gecompenseerd worden. De vissers dienen een vergoeding te krijgen van de overheid voor het verlies van visgronden door de aanleg van infrastructuur, energieopwekking, zandwinning en baggerwerken. Volgens de bemiddelaar zijn de sportvissers bereid mee te betalen aan de oplossing van de visserijproblematiek. Daarnaast zou er ook in Brussel geld gevonden kunnen worden voor het IJsselmeerfonds.
Tot 2020 moet er zeven tot tien miljoen euro in het fonds komen. "Een relatief gering bedrag", aldus Van Kampen-Nouwen in haar brief aan de Kamer. De circa twintig beroepsvissers die overblijven op het IJsselmeer, kunnen rekenen op een 'rendabel toekomstperspectief'.
Volgens Van Kampen-Nouwen hoeven beroepsvissers niet helemaal te stoppen. "Ze kunnen betrokken worden bij het monitoren van de visstand en bij recreatieve activiteiten", zegt ze in een toelichting op haar brief.
Bron: De Stentor
Lees ook: