Vis & water

Flevolandse vis kan geen kant op: niet goed

5358
04 jun 2008

FLEVOLAND - Ze kunnen eigenlijk geen kant op. En dat moet anders. Komende jaren vindt onderzoek plaats hoe vissen van het ene 'vak' naar het andere kunnen in Flevoland en de wijde regio. Of beter: hoe 'we' watergangen zo in kunnen richten dat er voor vissen geen hokjes en vakjes meer zijn.

Rijkswaterstaat IJsselmeergebied is aanjager daarvan, Bauke de Witte is de vismigratiespecialist bij Rijkswaterstaat. Wijst op een kaartje die migratiemogelijkheden aangeeft. Of beter: de onmogelijkheden. Want op heel veel plekken in en rond Flevoland zitten vissen behoorlijk opgesloten. Terwijl er heel veel water is - van sloten en kanalen tot de randmeren en het IJsselmeer - waar allerlei soorten goed uit de voeten zouden kunnen. Vooral als hun leefgebied veel groter zou zijn.

In de provincie zijn het met name waterwerken die onneembare obstakels zijn voor vissen. Stuwen, sluizen, gemalen. Dikke kans dat gemalen hun naam eer aan doen: vissen die er gemalen uit komen. "Maar dat weten we niet zeker, daar moet nog onderzoek naar worden gedaan", zegt De Witte. "Technisch is het mogelijk om een gemaal zo te maken dat vissen niet worden vermalen." En het nut van 'loos schutten' is ook het onderzoeken waard. "Vissen migreren via sluizen. Waarom zou je die alleen openen voor de scheepvaart?" Of misschien 'schutten' in nachtelijke uren, via een geautomatiseerd systeem.

Bij de Drontense Roggebotsluis houdt Rijkswaterstaat sinds een jaar een proef met een aalhevel. Die paling - maar ook andere vis - van Vossemeer naar Drontermeer helpt - en andersom. Dat werkt, zegt De Witte. Kun je zien aan de aalscholvers die bij de hevel mikken op een makkelijke maaltijd. "Dat vind ik dan weer iets minder", zegt De Witte.

De paling is zo'n vissoort die de ruimte wil hebben. Paait in de Sargassozee, zwemt als glasaal 'terug', onder meer de Nederlandse binnenwateren in om op te groeien. Dat is althans de bedoeling. Stuwen, dijken, gemalen, sluizen houden het dier tegen. Gevolg: bijna geen paling meer in bijvoorbeeld de Veluwe-randmeren. "Is nog maar twee procent van wat het ooit was." De waterkwaliteit van de randmeren is enorm toegenomen: helder water. Wat overigens staat voor voedselarm water. Te danken aan fosfaatvrije wasmiddelen en degelijke rioolzuiveringsinstallaties. "In voedselrijk water heb je meer kilo's vis, maar relatief weinig vissoorten. In voedselarm water is het andersom: minder kilo's vis, maar een grotere soorten rijkdom."

In het Veluwemeer - bijvoorbeeld - zitten nu 22 soorten, tegen negen een aantal jaar geleden. Daarom is hard nadenken over vismigratiemogelijkheden des te belangrijker. Vis 'opsluiten' achter stuwen, gemalen en dammen is een belangrijke beperker van soortenrijkdom.

Bron: destentor.nl

Meer over Vismigratie

Er zijn geen gerelateerde berichten.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.