Babyvissen groeien langzamer in warme delen van oceanen, zo blijkt uit een nieuwe studie. De ontwikkeling van babyvissen verloopt trager als de temperatuur van zeewater boven de 29 graden Celsius uitstijgt.
De opwarming van de aarde zou daarom vooral rond evenaar de groei van jonge vissen kunnen verstoren. Dat melden Australische onderzoekers van de James Cook University.
Rifbaarzen
De wetenschappers vingen jonge rifbaarzen in een strook van tweeduizend kilometer tussen het Great Barrier Reef voor de kust van Australië en Papoe-Nieuw-Guinea.
Door de gehoorbeentjes van de gevangen dieren te bestuderen, kon hun leeftijd worden bepaald. De gehoorbeentjes van vissen bevatten namelijk net als bomen een soort groeiringen.
"We ontdekten dat de ontwikkeling van de larven wordt vertraagd in delen van de oceaan waar de temperatuur gemiddeld boven de 29 graden ligt", verklaart hoofdonderzoeker Ian McLeod op de nieuwssite van de James Cook University.
Overlevingskansen
De populaties van jonge vissen in deze gebieden zijn volgens wetenschappers bijzonder kwetsbaar bij verdere opwarming van de aarde.
De overlevingskansen van de dieren zijn beter als ze zich op jonge leeftijd snel ontwikkelen. De meeste koraalvissen worden geboren in diepere delen van de oceaan, waar ze gemakkelijk ten prooi vallen aan roofvissen.
"Snelle groei in het larvestadium zorgt ervoor dat vissen vroeger volwassen worden en in staat zijn om dit gevaarlijke gebied te verlaten", aldus McLeod.
Bron: Nu.nl