Sportvisserij Nederland subsidieert een deel van het EU Life project Maifisch, in het Nederlands de Elft. Het programma is op 1 januari 2007 gestart. In het kader van kennisontwikkeling en kennisoverdracht is door de onderzoeker P. Beeck een excursie van een week gepland.
Twee dagen door Nederland en drie dagen door Duitsland. Voor de excursie werden een Fransman (E. Rochard, CEMAGREF, viskweek en ecologische kennis) en een Amerikaan (R. St. Pierre, projectmanager van het Allis shad programma, Susquehanna rivier) uitgenodigd. De groep werd vergezeld door een cameraman.
Op maandag 4 juni was het zover. Om 12:00 arriveerde ze bij de stuw van Amerongen. Daar kreeg de groep een rondleiding door Rijkswaterstaat. Daarna volgde een excursie bij de Maeslandtkering. De bezoekers kregen zo een indruk van de grootte van de problemen, waar Nederland mee kampt. Daarna werd de route vervolgd naar de Haringvlietdam, waar de bezoekers een operatie van een zeeforel lijfelijk konden aanschouwen.
De volgende dag volgde een rondleiding door de Haringvlietdam. Door de projectleider Vismigratie A. Breukelaar van Rijkswaterstaat werd een presentatie gegeven van de resultaten van het transponderonderzoek bij zalm en zeeforel. Ook werd een uitleg gegeven over het project de Kier en de gevolgen van een dergelijke maatregel. De Kier is een maatregel, waarbij een deel van de dam permanent geopend is.
Foto: Vlnr: P. Beeck, R. St. Pierre, E. Rochard, A. Breukelaar tijdens een presentatie in de Haringvlietdam.
Tijdens het bezoek aan de Haringvlietdam bleek dat de Kier waarschijnlijk veel effect zal hebben voor migrerende vissoorten, zoals zalm, zeeforel, bot, maar misschien niet voor de Elft. Deze vis migreert namelijk in de bovenste waterlaag en zal niet naar een opening bij de bodem gaan zoeken. Ook is de Elft bang voor schaduwen in het water en zal dus de grote betonnen en stalen constructie niet willen passeren. Stof tot nadenken dus.
Natuurlijk moesten de buitenlandse gasten even kennis maken met de Nederlandse vis: de haring. Sommige gasten lieten het bij het voorzichtig ruiken aan de vis en hielden het bij een gebakken visje. Daarna werd de weg vervolgd naar Kinderdijk, waar de bezoekers de typische Nederlandse molens konden aanschouwen en het peilverschil in de boezems en het polderland konden zien.
De excursie in Nederland werd afgesloten bij Opijnen (meestromende nevengeul aan de Waal). Deze nevengeulen zijn volgens de Franse en Amerikaanse expert een goed leefgebied voor de jonge visjes op de weg naar zee.
De bezoekers hebben tijdens de excursie een goed beeld gekregen van het benedenrivierengebied en de mogelijke implicaties voor de herintroductie van de Elft. De mogelijke implicaties zullen door de onderzoeker P. Beeck worden besproken met de Amerikaanse en Franse expert en worden opgenomen in het managementplan voor de herintroductie van de Elft.