Vlagzalm

Vlagzalm

Zalmen en Forellen

Thymallus thymallus, (Linnaeus, 1758)*

Gesloten tijd van 1 januari t/m 31 december
Lengte afgebeelde vis: 28 cm
Lengte tot circa: 60 cm
V
R

Toelichting

Herkenning: 1. De rugvin (de ‘vlag’) is zeer lang en hoog. 2. Op het lichaam komen zwarte stippen voor. 3. Er is een vetvin aanwezig. De vis ruikt vaak naar tijm.
Verspreiding: Zeer zeldzaam; aanwezig als dwaalgast. Kwam incidenteel in de Nederlandse beken voor. In een klein aantal beken wordt getracht door uitzettingen een natuurlijke vlagzalmstand terug te krijgen.
Leefwijze: De vlagzalm leeft in koele, heldere stromende wateren met een hoog zuurstofgehalte. De stroming mag echter niet te sterk zijn. De vlagzalm houdt zich bij voorkeur op in de rustige binnenbochten en stroomkommen. In Nederland zijn er niet veel wateren die aan de eisen van de vlagzalm voldoen. De vlagzalm paait in de periode maart tot mei. De paaiplaatsen zijn ondiep, met een bodem van zand of fijn grind.
Voedsel: De vlagzalm zoekt zijn voedsel over het algemeen in de waterlagen dicht bij de bodem. Hji eet vooral insecten(larven) en ook wel kleine vis.

Naamgeving: Grayling Äsche Ombre commun

Een "V" betekent dat de vissoort in de Visserijwet is opgenomen.
Een "R" betekent dat de vissoort is opgenomen op de Rode lijst.


Meer informatie

* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.