Paganelgrondel

Paganelgrondel

Zeegrondels

Gobius paganellus, Linnaeus, 1758*

Lengte afgebeelde vis: 0 cm
Lengte tot circa: 12 cm
O

Toelichting

Herkenning: 1. Brede kop met gezwollen wangen en lippen. Ogen dicht bij elkaar en hoog in de kop geplaatst. Nek geschubd tot aan de ogen. 2. Oranje of gele zoom tussen de eerste vinstralen boven in de eerste rugvin. 3. 50-57 schubben tussen borstvinbasis en staartvin. 4. Buikvinnen aaneengegroeid tot een zuignap, waarmee de vis zich kan vastzetten op een harde ondergrond. Mannetjes donker gekleurd tijdens de paaitijd en de broedzorg.gekleurd tijdens de paaitijd en de broedzorg.
Verspreiding: Noordoost-Atlantische Oceaan, van Mauretanië tot aan West-Schotland en het Kanaal, Middellandse Zee, Zwarte Zee en meer recent in de Rode Zee en de zuidelijke Noordzee. In Nederland voor het eerst in 2003 waargenomen in de Oosterschelde.
Leefwijze: Leeft kustgebonden op stenige bodems tot een diepte van 15 meter. Paait van april tot juni, waarbij de eieren in rotsspleten en onder losse stenen worden vastgekleefd. Het mannetje bewaakt de eieren.
Voedsel: Kleine kreeftachtigen en jonge vis.

Naamgeving: Rock goby Paganellgrundel Gobie paganel

Een leeg cirkeltje geeft aan dat de vissoort niet in één van de wetten voorkomt.


Meer informatie

* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.