Haringhaai

Haringhaai

Makreelhaaien

Lamna nasus, (Bonnaterre, 1788)*

Lengte afgebeelde vis: 215 cm
Lengte tot circa: 300 cm
V

Toelichting

Herkenning: 1. Stevig gebouwde vis met kegelvormige snuit en grote zwarte ogen. 2. Tweede rugvin even groot als - en direct boven de anaalvin. 3. Staartwortel met duidelijke kielen.
Verspreiding: Kosmopoliet. Langs Nederlandse kust sporadisch, vooral van juni tot oktober.
Leefwijze: Leeft vrijzwemmend, in de regel tot een diepte van 150 meter. Het vrouwtje zet geen eieren af, maar wordt inwendig bevrucht en brengt volledig ontwikkelde jongen ter wereld. Per keer worden vier jongen van circa 50 cm geboren. Er is geen specifieke paaiperiode.
Voedsel: Vis, vooral vrijzwemmende vissoorten als makreel, haring en sardien.

Naamgeving: Porbeagle Heringshai Requin-taupe commun

Een "V" betekent dat de vissoort in de Visserijwet is opgenomen.


Meer informatie

* Naam van de eerste auteur die de vissoort een wetenschappelijke naam gaf, en het jaar waarin dat gebeurde. Is de eerste wetenschappelijke naam nadien gewijzigd, dan staan de auteursnaam en het jaartal tussen haakjes.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.