Bijvangst: slakdolf

1422
17 aug 2022

De kans dat een slakdolf zich aan je aas vergrijpt is klein, maar áls het gebeurt sta je wel even raar te kijken. Deze bijzondere zeevissoort lijkt namelijk een beetje op een uit de kluiten gewassen kikkervisje.

Foto en Tekst: Jelger Herder

De slakdolf (Liparis liparis) heeft geen schubben, maar een slijmerige huid. Bovenop de kop zitten de kleine oogjes en onderaan bevindt zich de brede bek met kleine tandjes. De buikvinnen zijn aan elkaar gegroeid tot een flinke zuignap, waarmee het visje zich vastklampt aan harde bodems en kelp. De kleur kan enorm variëren, maar de basis is meestal bruin, grijs of wit – in de paaitijd kleuren de mannetjes oranjerood. Soms heeft de slakdolf een fraai patroon van ronde vlekken of strepen, zoals het exemplaar op de foto. Bovendien kunnen ze ook nog in korte tijd hun kleur aanpassen aan de ondergrond. Slakdolven worden maximaal 18 cm, maar meestal niet langer dan zo’n 14 cm.

Geen zwemblaas

De slakdolf is een koudwatervis en komt grofweg voor vanaf IJsland en Noorwegen tot Zuid-Engeland. In Nederland leven ze in de Zeeuwse wateren, Noordzee en Waddenzee op dieptes tot 100 meter, maar meestal zitten ze ondieper. Ze hebben een voorkeur voor rotsige of stenige bodems. Dit omdat een zwemblaas ontbreekt, wat verraadt dat het echte bodemvissen zijn. Vaak liggen ze op de bodem in hun kenmerkende houding, waarbij de staartvin opzij en naar voren wordt geklapt. Ze voeden zich voornamelijk met garnalen en vlokreeften, maar als de kans zich voordoet ook met kleine visjes.

Wintergast

Heel af en toe wordt een slakdolf aan de hengel gevangen, als bijvangst tijdens het vissen op gul, schar of wijting met een zagertje
of zeepier. Het gaat langs onze kust om slechts enkele meldingen per jaar. Meestal gebeurt dat bij de pieren van IJmuiden en Scheveningen, maar soms ook rondom de monding van een rivier. Meldingen komen eigenlijk altijd pas vanaf november binnen – dan begint de periode dat slakdolven naar de ondiepe kustzones trekken om zich daar in de winter voort te planten. De eitjes worden in kleverige klompjes afgezet op wier. De larven komen na zes tot acht weken uit, waarna ze zich vrij in de waterkolom begeven tussen het plankton. Slakdolven worden met slechts twee jaar niet erg oud.

Bron: Hét VISblad

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.