Niet alleen de populariteit van de roofblei groeit met het jaar, maar ook de afmetingen van deze slanke blanke rover. Daarom vroegen we de vier beste roofbleivissers van ons land naar hun geheimen waarmee ze de grootste exemplaren wisten te vangen.
In Hét Visblad las je al wat de mannen uit hun trucendoos halen, maar natuurlijk hebben we nog wat extra geheimen weten los te peuteren. Hieronder lees je welke dat zijn en hoe jij de laatste zaterdag van mei, als het roofvisseizoen weer opengaat, goed voorbereid aan de waterkant verschijnt.
Eddy te Mebel
In tegenstelling tot de meeste vissers belaagt Eddy de roofblei ook met een trolhengel waarmee hij relatief grote pluggen sleept. "Ik ben ervan overtuigd dat de grootste vissen dieper liggen en grotere aasvissen grijpen. Zo ook de zware roofblei die ik hier aan het drillen ben."
"Ik heb een voorliefde voor ratelpluggen , en dan niet de kleinste! Hier zie je een verzameling forse ratelaars waarmee ik al talloze roofbleien slepend heb weten te verschalken. Overigens zijn deze ook goed te werpen als je roofbleien in de oppervlakte ziet jagen. Bij het slepen gebruik ik trouwens altijd een dun stalen onderlijntje omdat er regelmatig een snoek op klapt", aldus Te Mebel.
Eddy's vismaat Bart met een gruselijk zware Aspius aspius die al trollend werd gevangen.
Henk Simonsz
Henk Simonsz, wie kent hem niet, is helemaal maf van roofblei. Als je dit exemplaar, dat het kleine kunstaasje achter een sbirolino volledig verzwolg, ziet begrijp je waarom.
Voordat Henk met de Sbirolino aan de slag gaat werpt hij de stek snel maar zorgvuldig af met de Asp Spinner van Spro, nu al een roofbleiklassieker van de bovenste plank.
Henk: "De Asp Speed Spinner is een slanke en nog sneller te vissen variant van de traditionele Asp. Hiermee kun je vissen die aan dressuur onderhevig zijn alsnog foppen."
Zo ziet Henks Sbirolino-montage met powergum er in de praktijk uit. V.l.n.r.: tonwartel, 40 cm powergum, sleeve (klemhulsje), kraal, sbirolino, kraal, kettingwartel. Hiermee kun je ook heel klein aas, waaronder miniplugjes, vliegen en streamers ver weg zetten.
Michel Dekker
Vliegvisser Michel Dekker werpt zijn vlieg zo ver mogelijk met een #6 vliegenlat en dito drijvende lijn het stromende water van de IJssel op.
Vervolgens klemt hij de hengel onder zijn oksel en stript de vlieg met twee handen tegelijk zo snel mogelijk binnen. Met deze techniek slaan roofbleien die een traag geviste vlieg normaal negeren vaak alsnog toe.
Béng, hangen! Met nog zo'n 20 meter lijn uit de hengeltop nagelt deze roofblei de vlieg muurvast in zijn gehemelte. De 25/00 fluocarbon leader, hengel en vliegenlijn vangen de brute uitvallen van de zware vis goed op.
Er volgt nog een fraai slotakkoord onder de hengeltop, maar een ontkomen is er niet meer bij.
Michel Dekker met de fraaie vis die voor de dubbelgestripte vlieg ging.
Volkmar Strikkers
Zoals je in Hét Visblad hebt kunnen lezen gaat Volkmar Strikkers er graag op uit als het weer donker en winderig is. Een tweede tip die hij je graag meegeeft is om het eens op ondiepe zandplaten te proberen. Dit zijn jachtgebieden waar ook de grootste vissen het wateroppervlak regelmatig tot schuim slaan.
Het resultaat van een waadsessie op een ondiepe zandbank in de rivier: een gigantische en oogverblindend mooie roofblei.