De jongste stad van Nederland ligt aan het uitgestrekte IJsselmeer, maar wordt zelf vooral gekenmerkt door cultuurwater als vaarten, sloten en vijvers.
Frank van der Schaft strijkt met de vaste stok neer aan het Havendiep in wijk 15. In het witvisartikel van deze maand volgt Joran Bal deze jonge crack naar de waterant. Als kersen op de taart geeft Van der Schaft je hieronder nog een aantal supertips.
Om de hele sessie zeker te zijn van de juiste waterdiepte zet Frank na het peilen twee strepen op de stoep: eentje voor de bodem (onderkant haakbocht) en eentje voor de waterspiegel (dobberantenne). Zo kun je rustig met de dobber schuiven zonder de exacte diepte 'kwijt te raken'.
Vanzelfsprekend gebruikt Frank topelastiek. Als je relatief zware vis als brasem aan dunne onderlijnen wilt vangen zul je ook dunne topelastiek moeten kiezen. Met een diameter van 0,6 tot 0,8 mm door twee delen (1,5 meter) zit je goed.
Door alle voerballen even groot te maken kun je de hoeveelheid voer op je stek goed doseren. Bij voorzichtig azende vis is het altijd goed om bescheiden te voeren. Maak de ballen daarom zeker niet te groot. Wat eenmaal in het water ligt kun je er immers niet meer uithalen en bijvoeren kan altijd nog. Voor extra aantrekkingskracht voeg je altijd levend aas als maden en casters aan het voer toe. Ook hennep is een geschikte toevoeging.
Hoe schuwer de vis, hoe meer rust er op de stek gewenst is. Bij ondiep water, zoals hier in Lelystad, kun je heel secuur en stilletjes voer op de stek brengen door gebruik te maken van een cupje. Met dit hulpmiddel, dat je op een extra topset plaatst, breng je het voer nauwkeurig en geruisloos op de juiste afstand. Even de hengel een halve slag draaien en plop, daar dwarrelt het voerballetje al naar beneden.
De zachte en dunne topelastiek maakt het mogelijk om met fragile onderlijnen te vissen. Als richtlijn zit je met 8/00 goed en bij extreem schuwe vis kies je voor een 6/00. Heb je ze daarentegen lekker aan het smikkelen, dan kun je ook rustig naar 10/00 en 12/00 grijpen. Bijhorende haakmaten lopen van maat 18 tot maar liefst maat 22. Stelregel: hoe voorzichtiger de vis, hoe dunner de onderlijne en hoe kleiner het aas en de haak.
Frank van der Schaft met twee fraaie brasems die hij in de provinciehoofdstad van Flevoland wist buit te maken. De genuanceerde aanpak werpt duidelijk haar vruchten af.