Zeebaars is de meest spectaculaire sportvis van het Nederlandse kustwater. En in de gesloten tijd voor kunstaas op het zoete water hét alternatief voor de roofvisser. René Sehr helpt je op weg bij het zeebaarzen met kunstaas.
Met het stijgen van de temperaturen en aanbreken van de eerste mooie lentedagen, meldt ook de zeebaars zich weer onder de kust. René Sehr geeft in dit artikel tips over wanneer, waar en met welk materiaal je deze bijzondere sportvis kan vangen. Hieronder geeft René nog een aantal praktische aanwijzingen om je visserij nog verder te verbeteren.
Rond pieren, strekdammen, steenstort en andere onderbrekingen in het water die voor stroming zorgen, is zeebaars te vinden. Het is slim jezelf enkele vragen te stellen voordat je op deze plekken met kunstaas gaat vissen: hoe diep is het water ter plaatse? En wat voor obstakels bevinden zich onder water? Kies aan de hand van de antwoorden voor een drijvende, zwevende of zinkende plug – neem verschillende type pluggen mee, zodat je alle waterlagen kunt bevissen. Is de kans op verspelen van kunstaas erg groot, dan kun je ook besluiten om in plaats van een plug, lepel of pilker met jigkoppen voorzien van shads of twisters te vissen.
De pluggen die ik gebruik hebben een lengte van tussen de 8 en 11 cm en een gewicht van 9 tot 18 gram. Groter en zwaarder hoeft echt niet! Groot formaat pluggen hebben grotere en/of meer dreggen en daardoor meer luchtweerstand, wat je duidelijk merkt bij het werpen. Ik vis vooral graag met de genoemde ‘minnow-modellen’ die kleine bliek en zandspiering imiteren. Wat kleuren betreft hanteer ik het volgende principe: lichte kleuren in helder water, donkere kleuren in donker water.
Bij het vissen vanaf de kant gebruik ik bij voorkeur een hengel van zo'n drie meter lengte. Dit omdat je bijna altijd over stenen en begroeiing in de vorm van wieren heen moet vissen en het kunstaas dus secuur moet kunnen leiden. Op de robuuste molen met goed functionerende slip spoel ik een gevlochten lijn van zo'n 12/00 (op bovenstaande foto de rode Power Pro Dyneema van 13/00). Aan het einde van de hoofdlijn zet ik een kleine wartel, waaraan ik een stukje van ca 100 cm fluorocarbon of nylon van 45/00 bevestig. Hieraan komt dan weer een losse speld (van een speldwartel), zodat ik snel van kunstaas kan wisselen.
Bij het vissen vanaf de kant zijn lieslaarzen of een waadpak heel handig. Zo kun je een stukje het water in lopen en net weer wat verder werpen – al kan het staand tussen de stenen ook gebeuren dat de zeebaars vlak voor je voeten aanbijt. Let er wel op dat het met een waadpak net iets onhandiger knielen en bukken is. Pas sowieso op dat je niet te diep gaat staan en houdt de golfslag goed in de gaten: je zal de eerste niet zijn die pardoes kopje onder gaat.
Onthoud dat het vissen op zeebaars soms een kwestie van volhouden en uren maken is. Geef dus niet te snel op. Daarbij is de voldoening als deze krachtige en sterke vis aanbijt erg groot. De zeebaarsstand staat onder druk. Zet ondermaatse vis – de minimummaat van zeebaars is 36 cm – daarom altijd terug en wees terughoudend als je voor eigen consumptie vis meeneemt.