Andere tijden: snoek

4700
22 dec 2016

In dit Visionair-artikel van Cees van Kempen uitgebreid aandacht voor de snoek. “Het is pas sedert de laatste tientallen jaren tot de mensheid doorgedrongen, hoeveel nut de snoek voor een goede gang van zaken in het water kan hebben. Dat besef dringt zich door in een tijd, die begrip heeft voor evenwicht in de natuur…”

De bovenstaande zin komt uit het boekje Rovers, Dienders en Kannibalen, van A. van Onck en C.J. van Beurden, dat ik zo’n veertig jaar geleden verslond. Het staat nog steeds in mijn kast. Het was de tijd waarin de publieke opinie over de snoek aan het veranderen was.

Niet in de minste plaats ook door toedoen van een andere schrijver, een grootheid in zijn tijd, Jan Schreiner. Hij was een groot pleitbezorger van sportief en weidelijk vissen. En het terugzetten van elke gevangen snoek. Dat was dus nog niet zo vanzelfsprekend
in die tijd. Ik kan me nog de woorden van mijn vader herinneren tijdens een van mijn eerste snoekervaringen in het veld. Toen de kurken drijver boven mijn aasvis onderschoot stak hij een sigaret op. “Als de sigaret op is, slaan we aan. Dan weten we zeker dat hij goed geslikt heeft.”

Je kon destijds ook nog met zekere regelmaat een artikeltje in de krant lezen over een dappere visser die een grote snoek had gevangen in de plaatselijke visvijver. Met blijdschap werd dan verslag gedaan van hoe het monster was verschalkt. En dat de visvereniging blij was, want het beest at alle vis op uit de vijver.

Waardevolle predator

Een halve eeuw verder weten de meesten van ons gelukkig beter. De snoek wordt nu gewaardeerd als een waardevolle predator aan de top van de voedselketen. Je hoeft geen hooggeleerde te zijn om te snappen dat een predator geen enkel voordeel behaalt uit het opeten van al zijn prooien, maar juist een essentiële rol vervult in het gezond houden van het systeem.

De snoek bestaat bovendien al veel langer dan dat er mensen met hengels rondlopen. En zijn prooivissen eveneens. Er is in de historie en prehistorie nooit een mens voor nodig geweest om voorns, brasems en palingen voor uitroeiing door de snoek te behoeden. Integendeel. Gelukkig waarderen we de snoek nu voor wat hij is, een prachtige dier met een belangrijke rol in onze natuur. De meesten onder ons zouden een rotdag hebben als ze een grote snoek vangen, die het per ongeluk niet overleeft.


Zonder snoek geen gezonde visstand.

Sardine run

Enige tijd terug zag ik een prachtige documentaire over de ‘sardine run’. Kilometers lange scholen sardines trekken jaarlijks langs de Zuid-Afrikaanse kust naar hun paaigronden, onder water op de hielen gezeten door talloze haaien, dolfijnen, zeehonden en walvissen. Duizenden en duizenden jan-van-genten hangen boven het schouwspel en maken de vreetorgie compleet door zich als dartpijlen in het water te storten op de vluchtende sardines.

Geen zinnig mens op aarde denkt dat die vogels, zoogdieren en roofvissen de volledige sardinepopulatie opeten. Nee, we weten allemaal dat dit een ultieme uiting is van eten en gegeten worden in een voedselketen, die zich eindeloos in stand kan houden. Is er een periode met minder sardines, dan krijgt ook de predatorpopulatie het voor de kiezen. En als er dan minder predators zijn, dan kan de sardinepopulatie zich weer mooi herstellen. Zo gaat dat, jaar in jaar uit, eeuw in eeuw uit, millennium in millennium uit. Zolang wij ons er maar niet mee bemoeien.

Verstand verloren

De planeet heeft het moeilijk. Een van zijn bewoners heeft een vreemde evolutionaire sprong gemaakt. De soort die de grootste ontwikkeling van het brein heeft doorgemaakt, heeft zijn verstand verloren. Zelfs dieren die niet op zijn prooilijst staan sterven en masse uit, laat staan de dieren die wel op zijn menu staan. De paling is de kluts kwijt. Miljoenen jaren heeft hij overleefd en nu
ligt hij op apegapen. Varende tonijnfabrieken plunderen de oceanen. Miljoenen haaien worden jaarlijks tot soep verwerkt. Dat de visstanden overal ter wereld onder druk staan staat buiten kijf. En er zijn maar weinig mensen die de schuld durven geven aan haaien, dolfijnen en visetende vogels. 

Het probleem wordt gelukkig wereldwijd onderkend. We zijn te ver gegaan. Veel te ver. Of we ook in daden op tijd tot inkeer komen valt nog te bezien, maar het besef van wat we aanrichten is er nu. Het is een start. In Nederland hebben we de afgelopen decennia gelukkig al een paar goede stappen gezet. We hebben meer oog voor natuur en milieu gekregen. En, zoals gezegd, het besef dat de
natuur een kwetsbaar systeem is, waarin niet alleen prooidieren, maar ook roofdieren een essentiële rol vervullen. Onder en boven water. Wij sportvissers lopen voorop in dat besef. De man die nu nog trots een metersnoek de hersens inslaat zal worden weggehoond. Terecht. Ook wij zijn wijzer geworden.

Toch?

Tsja, dat dacht ik ook. Maar toen kwam de otter terug. En de zeehond. En de aalscholver. Wat ik daarover al heb horen roepen in ‘onze’ kringen. (Zucht….)


Zonder vissen zijn er geen aalscholvers.

Bron: Visionair
Er zijn geen gerelateerde berichten.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.