Emotiemaatschappij

5683
07 mei 2019

Het is moeilijk voor te stellen dat het wereldwijde web pas 25 jaar bestaat. In nog geen kwart eeuw tijd is nagenoeg iedereen via glasvezelkabels en op grond van netwerk-protocollen met elkaar verbonden. Wat dat met sportvissen te maken heeft? Marco Kraal licht toe...

Als vertegenwoordiger van een generatie die gedurende zijn eerste dertig levensjaren in het analoge tijdperk heeft geleefd, vind ik het nog steeds moeilijk voor te stellen dat een belangrijk deel van onze realiteit tegenwoordig door nullen en enen wordt gevormd en dat alle informatie zomaar voor het opscheppen ligt. Die verbondenheid én beschikbaarheid van informatie werd in het begin van het internet al snel beschouwd als voorbode van een vrije wereld.

Een wereld waar iedereen ongecensureerd met elkaar kon communiceren. Een wereld waarin door een onbeperkte toegang tot kennis
en individuele vrijheid, geen plaats meer zou zijn voor onderdrukking en dictatuur.

Toen in 2004 Facebook het licht zag en de rest van de sociale media via de smartphone hun intrede deden leek niets de ultieme vrijheid meer tegen te kunnen houden. 

Anno 2019 kan een belangrijk deel van de wereldbevolking digitaal met elkaar communiceren. Uit recent onderzoek blijkt dat in Nederland zelfs meer dan 90 procent van de bevolking via Facebook, Whatsapp, Instagram, Twitter en LinkedIn met elkaar is verbonden. Het is alleen erg jammer dat de richting van al die communicatie wordt gestuurd door slechts een paar grote commerciële bedrijven. Internet als drager van een open en vrije communicatie is daardoor een utopie gebleken.

Ook aan de sociale media blijkt helaas een ranzig randje te zitten. Gebruikers -en dat zijn we inmiddels toch echt wel allemaal- komen
onherroepelijk terecht in een bubbel waarin het eigen gelijk de enige referentie is. En omdat internet een gevoel van anonimiteit geeft,
krijgt het onderbuikgevoel vrij spel en winnen emoties het steeds vaker van het gezond verstand.

Fascinerend eigenlijk hoe een technologische revolutie op het gebied van communicatie juist heeft geleid tot het ontstaan van een
emotiemaatschappij. 


Ook in de wereld van vis en visserij komt de keerzijde van de sociale media als een kurk boven drijven. Hoogstwaarschijnlijk omdat
het een wereld is die vooral wordt bevolkt door bijzonder gepassioneerde mensen. Of het nu sportvissers, beroepsvissers of vissenbeschermers betreft, emotie is onlosmakelijk verbonden met hobby, beroep of missie.

Meestal niet gehinderd door kennis, hoor & wederhoor en soms als onbewust slachtoffer van politieke belangen gaat tegenwoordig bij het minste of geringste de beuk er in. Items als bijvoorbeeld (vermeende) overbevissing, teruglopende vangsten, waterbeheer en vissenwelzijn worden via Facebook snel uitvergroot en gaan vliegensvlug een eigen, volkomen onvoorspelbaar, leven leiden. Een zondebok is meestal snel gevonden en de gewenste discussie op basis van reële argumenten verzandt bijna altijd in scheldkanonnades en bedreigingen.

Kun je zoiets nog keren en zo ja, hoe doe je dat? Gelukkig wel en dat kan ook nog eens op een eenvoudige manier. Namelijk door ouderwets met elkaar te gaan praten en daarbij naar elkaar te luisteren. Bijvoorbeeld door de telefoon te pakken in plaats van te appen,
te sms’en of te mailen. Of nog beter, door elkaar op te zoeken en een echt gesprek aan te gaan. Zelfs in die emotionele visserijwereld
blijken kennis en redelijkheid dan weer de basis te kunnen vormen van respectvolle beschouwingen en vruchtbare discussies.

(Bron: Visionair no.51)

Er zijn geen gerelateerde berichten.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.