Onderzoek naar haaien en roggen: pupping grounds

2349
18 dec 2023

Sinds 2011 doet Sportvisserij Nederland samen met Wageningen Marine Research en andere partners onderzoek naar haaien (en roggen). Waar de focus voorheen lag op volwassen exemplaren, is die tegenwoordig verschoven naar jonge haaitjes. Die worden steeds vaker aangetroffen langs de Nederlandse kust, wat erop lijkt te wijzen dat zich hier zogenaamde pupping grounds bevinden.

Waar in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw nog regelmatig haaien werden gevangen in de Voordelta (de ondiepe zee voor de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden) en de Waddenzee, zorgde overbevissing ervoor dat deze bijzondere vissen daarna ruim veertig jaar afwezig waren.

Vanaf 2009 doken er weer haaien op in de Zeeuwse wateren, wat voor Sportvisserij Nederland en Wageningen Marine Research in 2011 aanleiding was om een speciaal merkprogramma te starten om onderzoek te doen naar haaien en roggen. Het uithangbord hiervan is Sharkatag, een meerdaags evenement waarbij sportvissers haaien vangen die worden getagd zodat ze nadat ze terug zijn gezet kunnen worden gevolgd. Buiten dit evenement in juli merken charterschippers en onderzoekers ook in de rest van het jaar haaien en roggen voor onderzoeksdoeleinden.

Nieuwe kennis onderzoeksprogramma

Via het meerjarige onderzoeksprogramma zijn ruim 5.000 volwassen gevlekte gladde haaien van een merkje voorzien. Dankzij meldingen van vangsten van deze vissen is veel nieuwe kennis opgedaan over de haaien in de Noordzee. Niels Brevé, haaienonderzoeker bij Sportvisserij Nederland: “Zo hebben we een opvallend migratiepatroon volwassen vrouwtjes migreren in de herfst vooral naar het zuiden (richting het Engelse Kanaal en verder, zelfs tot aan Noord-Spanje) terwijl een deel van de mannetjes – vooral de grootste exemplaren – dan naar het noorden zwemt (richting Schotland en Noorwegen).

Mogelijk dat de vrouwtjes iets warmer water opzoeken zodat de ontwikkeling van de jongen wordt versneld. Mannetjes hebben dat uiteraard niet nodig en kunnen dichterbij blijven of zelfs naar de noordelijke Noordzee verkassen.” In het voorjaar verschijnen alle haaien weer in de Voordelta. “Daarbij is het opvallend dat ze vervolgens vaak dezelfde locatie aandoen waar ze eerder voor het onderzoek
zijn gevangen, gemerkt en weer zijn losgelaten.


In de Oosterschelde worden voornamelijk volwassen vrouwelijke gevlekte gladde haaien gevangen.

Het onderzoek richt zich vanaf dit jaar vooral op kleine, jonge haaitjes

Aangezien er inmiddels al veel waardevolle informatie boven water is gekomen over het gedrag, de migratiepatronen en de groei van volwassen gevlekte gladde haaien is het omvangrijke merkprogramma gestopt – tegenwoordig wordt gewerkt met geavanceerdere zenders die bij ‘slechts’ enkele tientallen volwassen dieren zijn aangebracht. In plaats daarvan richt het onderzoek zich vanaf dit jaar vooral op kleine, jonge haaitjes

Brevé: “Exemplaren tot 50 cm, want daar is nog relatief weinig over bekend. Die worden door sportvissers wel steeds vaker gevangen langs de Nederlandse kust, wat erop lijkt te wijzen dat de Zeeuwse Delta een belangrijke geboortegrond is voor de gevlekte gladde haai.” Dat sluit aan bij de opvallende migratiepatronen die onderzoekers waarnemen.

“In het zomerhalfjaar zien we in de Voordelta mannetjes en vrouwtjes van de gevlekte gladde haai in alle maten, maar in de Oosterschelde en de monding van de Westerschelde duiken voornamelijk volwassen vrouwtjes op (tot wel 130cm lengte). De zwangere haaien foerageren waarschijnlijk langs de kust en zoeken speciaal het ondiepe en relatief warme kustwater van de Zeeuwse zeearmen op om na een draagtijd van een jaar hun jongen (‘pups’) ter wereld te brengen.”

>> Haaien- en roggensoorten nog steeds kwetsbaar

Net als veel andere haaien- en roggensoorten zijn gevlekte gladde haaien langlevende dieren die langzaam groeien, pas op hogere leeftijd geslachtsrijp worden en relatief weinig jongen krijgen. De Noordzee is door de geringe diepte en relatief egale bodem ook bijzonder kwetsbaar voor bodemberoerende visserij – er zijn immers weinig schuilplaatsen voor vissen.

Ondanks een voorzichtige comeback van enkele haaien- en roggensoorten zijn deze vissen nog altijd zeer gevoelig voor overbevissing. Sportvisserij Nederland streeft daarom naar een terugzetverplichting voor alle haaien en roggen in de Noordzee. Dit zodat de haaien- en roggensoorten die hier thuishoren weer kunnen herstellen en er stabiele populaties ontstaan.



Verschil tussen de gevlekte gladde haaien en de ruwe haai

De meeste haaienpups die van een tag worden voorzien zijn gevlekte gladde haaien (Mustelus asterias). Toch zwemmen er in ons kustwater ook pups van de ruwe haai rond. Die zijn door onderzoekers van Swimway Waddenzee aangetroffen rond Terschelling en Ameland. Bovendien wijst onderzoek met speciale hightech zenders – dat wordt uitgevoerd door Wageningen Marine Research en Sportvisserij Nederland – uit dat ook de Oosterschelde een kraamkamer is voor Galeorhinus galeus. De vrouwtjes van deze soort zoeken in de zomermaanden het ondiepe, warme water op om de jongen (levend) te baren.

In de herfst migreren ze via Het Kanaal richting Portugal en de Canarische eilanden, om de zomer daarop weer terug te keren naar de Oosterschelde om zich voort te planten. Deze bijzondere kraamkamerfunctie verklaart waarom er zich uit de wijde omtrek een beperkt aantal exemplaren van deze haaiensoort tijdelijk in een kleiner gebied concentreren. Dat betekent helaas niet dat het goed gaat met de soort als geheel: de ruwe haai staat als kritisch bedreigd op de rode lijst van de International Union for Conservation of Nature.

Dat wil zeggen: de populatie neemt zodanig in aantal af dat de soort met uitsterven wordt bedreigd! Het aanlanden van ruwe haaien – wat helaas voorkomt, ondanks dat die geen commerciële waarde hebben – is dus not done. Het zou mooi zijn als beroepsvissers en sportvissers samen één lijn kunnen trekken en deze kritische bedreigde soort na de vangst altijd weer netjes terugzetten en de vangstgegevens melden op www.sharkray.eu.




>> 2.000 kilometer

In de herfst vertrekken de gevlekte gladde haaien uit het Nederlandse kustwater. Daarbij verplaatst een deel van de mannetjes zich naar het noorden, richting Schotland en Noorwegen. De vrouwelijke haaien verspreiden zich – samen met een ander deel van de mannelijke haaien – vooral richting het zuiden. Soms zelfs tot ruim 2.000 kilometer ver, helemaal naar de Golf van Biskaje!

Geboortegebieden van de haai

De Zeeuwse delta vervult als kraamkamer dus vermoedelijk een belangrijke rol voor onder meer de gevlekte gladde haai. Daarom wordt nu onderzoek gedaan naar de ligging van de geboortegebieden (zogenaamde pupping grounds). “We willen graag een beter en completer beeld krijgen van waar de jonge haaitjes voorkomen. Wat zijn de plekken waar ’s zomers juveniele haaien worden aangetroffen en waar migreren ze vervolgens in de herfst naartoe?”, licht Brevé de onderzoeksvraag toe.

“Daarom heeft een medewerker van Sportvisserij Nederland aan charterbootschippers een training gegeven hoe je haaienpups van een zogenaamde floytag (een klein merkje dat bij de rugvin wordt bevestigd) voorziet. Zo kunnen zij haaitjes kleiner dan 50 cm taggen voordat ze weer worden teruggezet. Aan de hand van die gegevens en de vangstmeldingen door sport- en beroepsvissers brengen we de kraamkamers in kaart.”

Door meer kennis te verzamelen over waar volwassen haaien hun jongen ter wereld brengen, kunnen deze pupping grounds beter worden beschermd. “Dat is essentieel voor het voortbestaan van deze kwetsbare dieren die als toppredator een belangrijke rol spelen in het ecosysteem van de Noordzee.”

Een haaienpup die door een charterbootschipper is voorzien van een floytag.
Een haaienpup die door een charterbootschipper is voorzien van een floytag.

>> Meld je vangst!

Vang je een jonge haai of rog (vissen tot 50 centimeter lengte) meld dit dan a.u.b. bij Sportvisserij Nederland. Dat kan online via www.sharkray.eu of haaien@sportvisserijnederland.nl.

Onderzoekspartners

Initiatiefnemers van dit haaienonderzoek zijn Sportvisserij Nederland en Wageningen Marine Research. Het project wordt gefinancierd door Rijkswaterstaat, LIFE IP Deltanatuur en Wereld Natuur Fonds. Daarnaast wordt samengewerkt met zeevischarters, sportvissers en beroepsvissers.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.