Het vooruitzicht om lange sessies in de bittere winterkou de maken stemt de meeste karpervissers niet bepaald enthousiast. Laurens Maasland kies daarom voor korte trips naar stekken waarvan hij weet dat de karper zich er graag ophoudt. De vastloodsystemen laat hij voor wat het is, hij gaat pennen!
Lees hier het artikel uit Hét Visblad. Hieronder geeft hij nog een aantal handige tips voor een bewogen winter.
Op de meeste watersystemen zit in de winter exact evenveel vis als in de zomer, je moet ze alleen even weten te vinden. Dit hoeven lang niet altijd de diepste stekken op een water te zijn. Veel belangrijker is dat de vis er beschutting vindt. Onder bruggen, overhangende takkenbossen en voor rietkragen (uit de wind) liggen vaan meerdere karpers bijeen te overwinteren.
Zacht aas als kattenbrokken (Tom Poes) in gelei prik je gewoon op de haak, hard aas zoals Frolic bevestig je met een hair en/of elastiekje onder je haak. De keuze is reuze, ik heb winterkarper gevangen aan zoete maïs, kikkererwten, kapucijners, black eyed beans, leverworst, kookworstkaas en deeg.
Hoewel de beste tijden op veel wateren overdag liggen, kan het aasgedrag per water sterk verschillen. Bovenstaande dubbelaar vingen we op een water waar de karper pas tegen de schemering actief ging azen. Overdag leek het water volkomen uitgesloten.
Zonder twijfel een hotspot van niveau: duikers met een centimeter of 10 lucht boven het wateroppervlak. Dit fungeert als een isolatielaag waardoor het water net even iets warmer blijft. En inderdaad: dat trekt karper aan...
Als de beloning dan in de vorm van zo'n schitterende buffel tevoorschijn komt sta je wel even te grijnzen!