De nacht is voor dieven, zei mijn grootmoeder altijd. En hoewel menig onverlaat inderdaad de duisternis verkiest om zijn of haar slag te slaan, zijn het toch vooral zeevissers die gedurende de wintermaanden de nodige uren nachtrust ontberen. Aan onze nachtelijke dijken, pieren en stranden wacht immers avontuur van formaat.
Het artikel uit Hét Visblad lees je hier, en omdat het bijna nieuwjaar is geven we nog een aantal extra tips.
Eerst maar iets over de veiligheid: ga nooit alleen nachtvissen aan het strand, kleed je altijd meer dan warm genoeg aan en ga niet waden. Dit laatste is overigens ook niet zo noodzakelijk aangezien de vis 's nachts meestal toch dichter onder de kant komt.
Met een stukje tape of een speciale houder bevestig je makkelijk een breekstaafje op je hengeltop zodat je elke aanbeet goed kunt zien.
Neem vooral 's nachts ruim voldoende aas mee. Niets is namelijk zo vervelend dan eerder te moeten stoppen omdat je door je aas heen bent. Met een stuk of 150 pieren zit je doorgaans goed.
Zolang er stroming staat vis je met ankerlood. De vis is dan toch actief en je voorkomt dat je aas als een bezetene over de zandbodem vliegt. Zodra de stroming wegvalt kies je werplood zonder anker. Dit sleept over de bodem waardoor je de doorgaans wat passievere vis opzoekt.