Vliegvissen - IJsselnimfen

20 mrt 2009

De komst van het voorjaar luidt ook de paaitrek op de IJssel in. Winde, voorn en brasem zoeken hun paaiplaatsen op de rivier en de hiermee in verbinding staande wateren op om kuit te schieten. De vliegvisser kan nu hele mooie uurtjes beleven aan de oevers van de IJssel.

In dit artikel brengt Sjoerd Siemensma je de fijne kneepjes van het vliegvissen op de IJssel bij. Als aanvulling geeft deze vliegviscrack je hieronder nog wat extra tips.

 

Tijdens de paaitrek zoekt de vis bij de juiste watertemperatuur de oeverzones en de met de rivier in open verbinding staande wateren op. In die laatste categorie vallen kanaaltjes, plassen, nevengeulen en dode zijarmen zoals op bovenstaande foto. Op deze plekken staat doorgaans minder tot geen stroming zodat je hier met licht- en onverzwaarde nimfen uit de voeten kunt.

Deze brasem van een pond of drie zit onder de leg- of paaiuitslag, een soort keiharde wratjes op de kop en kieuwdeksel. Dit is typisch voor de mannetjesvissen en maakt het net iets gemakkelijker om ze goed vast te pakken bij de handlanding. De mannetjes verdedigen kleine territoria waaruit ze andere seksegenoten verjagen en staan dus bol van de adrenaline – en dat merk je zeker goed aan een aftma 3-5.

Goudkopnimfen zijn bij dit type visserij geheide toppers. Let er op dat je bij het vissen in de stroming rond kribben – in het begin van de paaitrek als de vis nog op de rivier en diep zit – voldoende gewicht meegeeft aan de nimf om deze goed naar de bodem te kunnen krijgen. Het kan soms zelfs nodig zijn om een loodhageltje op de leader te knijpen.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.