Roofvissen - Zomertips

23 jun 2010

Roofvissers hoeven zich de komende tijd niet te vervelen. Met de maand juli voor de deur breekt er namelijk een topperiode aan voor roofvis, op zowel het zoete als zoute water. Hét Visblad vond vier roofviscracks, met ieder hun eigen specialisme, bereid om hun super zomertips met jou te delen.

In dit artikel lees je alles over de verschillende tips voor snoekbaars, snoek, roofblei en zeebaars. Van iedere roofviscrack – Arend Burger, Wesley van den Herik, Rob Kraaijeveld en Joël Bolks – hebben we een extra tip gekregen die ze hieronder graag met je delen.

Rondom kribben zwemt niet alleen snoekbaars, maar treffen we ook vaak baarzen aan – en niet zelden van een formaat waar je U tegen zegt. Wil de snoekbaars doorgaans lange en slanke pluggen hebben, voor de baars mag het formaat gerust wat kleiner en  dikker. Bolle pluges die als het ware door het water heen wiebelen kunnen ze vaak niet met rust laten.

Ondanks dat je op de ene dag de sterren van de hemel vangt met een bepaald stuk kunstaas, is dit geen garantie voor succes in de rest van het jaar. Het is vooral belangrijk dat je het formaat van het kunstaas aanpast aan dat van de prooivis. Zo ziet het water in het begin van het seizoen zwart van het speldaas, op dat moment zijn kleine plugjes van 2-3 cm een goede keuze. Om deze lichtgewichtjes toch nog een eind weg te kunnen werpen, kun je gebruik maken van een glazen sribulino.

 Vanwege het feit dat spinnerbaits een ondergewaardeerd stukje kunstaas zijn, wordt er doorgaans ook maar weinig mee gevist. Dit biedt naast het al genoemde voordeel dat je ze goed over en door waterplanten heen kunt vissen, ook nog het extraatje dat ze vaak dressuur doorbrekend werken. Draai een spinnerbait ook altijd met een aardig tempo binnen. Dit type kunstaas zal daardoor snel omhoog komen, maar dat is helemaal niet erg. Snoek ziet immers alleen kunstaas dat boven hem langs gaat. En wat is er nou mooier dan een aanbeet aan het wateroppervlak te kunnen zien?!

Om de vangstkansen aan zee te vergroten is het geen gek idee om een deltavisje boven de pilker te monteren. Vaak wordt het deltavisje namelijk wel gegrepen en de werppilker niet. Deltavisjes zijn er in uiteenlopende maten, vormen en kleuren – van langwerpige zandaalimitaties tot kleine visjes. Kies bij voorkeur voor deltavisjes met een enkele, grote haak.

Een deltavisje monteer je als volgt:

Neem een stuk fluorocarbon van 50-100 cm als onderlijn en leg in het midden een lus waarin je het deltavisje hangt. Neem overigens een onderlijn met een lagere trekkracht dan je hoofdlijn, zo voorkom je dat je relatief dure hoofdlijn verspeelt als je onverhoopt vast komt te zitten.

 

Maak vervolgens met het ene uiteinde een wikkeling om het andere uiteinde van de lus.

 

Herhaal dit procédé nog een paar keer totdat je op vier tot vijf wikkelingen zit. Het is hierbij belangrijk de lus op spanning te houden, zodat deze netjes blijft zitten en niet terug kringelt.

Zorg dat de laatste wikkeling die je legt als het ware 'open' blijft staan.

Haal daarna het deltavisje door de openstaande wikkeling heen.

Trek de knoop tenslotte met beleid strak. Het deltavisje staat nu mooi haaks op de onderlijn en vormt een stukje boven de pilker een extra attractie die de zoute rovers maar moeilijk links kunnen laten liggen.

-> Meer roofvissen

Labels

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.