Karpervissen: brood, daar zit wat in!

04 aug 2019

Oppervlaktevissers kun je grofweg in twee categorieën opsplitsen: ‘brokvissers’ en ‘korstvissers’. Gerard van Emmerik (35) uit Nieuw-Vennep behoort tot de laatste groep. Deze broodvisser – in de letterlijke zin van het woord – beleeft met slechts wat casino wit en casino bruin de mooiste struinavonturen. Om erachter te komen hoe hij dat flikt, kijkt Hét VISblad een dagje mee over zijn schouder.

Dit verhaal begint feitelijk zo’n tien jaar geleden. Ergens op een industrieterrein, in een kattenvoerfabriek. “Tot die tijd viste ik altijd met
de – zéker bij de wat oudere generatie karpervissers – befaamde Tom Poes Variantjes”, bekent Gerard ruiterlijk terwijl hij een fraaie sloot aan de rand van Aalsmeer voorziet van wat los uit de pols gestrooide broodkorsten. “Maar die veranderden ineens van vorm en samenstelling. Het centrale gat in dit brokje verdween, zodat je niet meer gemakkelijk vijf exemplaren op je haak kon rijgen. Bovendien zonk een deel van de brokjes als een baksteen naar de bodem – wat niet zo heel erg handig is als je de karper juist naar het
wateroppervlak wilt lokken.”

Lees hier het volledige artikel.

> Meer karpervissen in ons archief!

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.