De tarpon wordt ietwat groter dan een goede 50 centimeter, maar op het formaat na zijn er veel overeenkomsten tussen ‘onze’ fint en zijn grote, exotische broer. Beide zijn familie van de haring, zorgen voor spectaculaire aanbeten en springen naar hartenlust tijdens de dril. Nou komt de tarpon langs onze kust niet voor, maar gelukkig is onze eigen ‘huis-tuinen-
keuken’ fint ook helemaal niet zo’n gekke sportvis!
In dit artikel doet Visbladredacteur Robert de Wilt uit de doeken hoe je deze vooralsnog veelal onbekende zeesportvis aan de schubben komt. Hoewel de basics van het finten in het artikel ruimschoots aan bod komen, geeft hij hieronder nog wat extra tips om zelf succesvol op de 'nedertarpon' te vissen.
Naast lepeltjes en werppilkertjes doet ook klein roofblei kunstaas als de Spro Asp spinner doet het uitstekend bij de fint! Zeker de kleuren zilver, goud en blauw zijn daarbij favoriet.
Fint is behalve gek op het eerder genoemde kunstaas trouwens ook niet vies van een klein en slank plugje. Zo is het me tijdens het zeebaarzen met pluggen meermalen gebeurd dat er een fint op het kunstaas knalt.
In riviermondingen tref je 's zomers soms hele grote scholen finten aan. Houd de stroomnaad en keerstromen goed in de gaten of je jagende fint ziet. Vissen die daarbij het water uit klappen zijn hiervan een goede indicatie. Is dit het geval, dan kun je in een kort tijdsbestek soms (heel) veel vis vangen.
Finten zijn geen vissen waarbij je uitgebreid en rustig de tijd kunt nemen om ze te onthaken. Doet dit daarom altijd zo voorzichtig en snel mogelijk, bij voorkeur in het water zodat je de vis bijna niet hoeft vast te pakken.
-> Meer zeevissen