Waar het kunstaas voor snoek en snoekbaars soms niet groot genoeg kan zijn, kiest Rob Kraaijeveld bij het vissen op roofblei juist voor klein maar fijn. Piepklein plastic dat je lekker fel en wild binnenvist, levert namelijk vaak meer en grote vissen op.
In dit artikel legt Rob Kraaijeveld precies uit hoe hij met klein kunstaas succesvol op roofblei en winde vist. Hieronder geeft Rob je nog wat extra tips voor deze visserij.
Hoewel de mogelijkheden vanuit een boot groter zijn, kun je vanaf de kant ook prima op roofblei vissen. Daarbij is het vooral een kwestie van de waterkant afstruinen om de vis te zoeken. Concentreer je vooral op plekken waar de stroming het sterkst is: daar houdt de roofblei zich over het algemeen graag op. Op langzaam stromend of stilstaand water maak je vooral in de buurt van bruggen, pijlers, duikers en gemalen een goede kans.
Niet alleen roofblei, maar ook de winde is niet vies van een stuk kunstaas. Deze vissen hebben doorgaans wel een voorkeur voor een wat kleiner formaat plug. Aangezien winde zich naarmate hij ouder wordt steeds meer met vis voedt, vang je aan kunstaas doorgaans ook de grotere exemplaren.
Vooral kleine, maar relatief dikke, en ondiep lopende plugjes vallen erg in de smaak bij de winde. De Chubby van Illex is zo'n soort kunstaasje: hij is nog geen vier cm groot, vier gram zwaar en duikt slechts een halve meter diep. Ideaal om de oeverzones mee uit te kammen.
Het wil wel eens voorkomen dat een roofblei – of andere vissoort – ongenode gasten met zich meedraagt. Deze parasieten zijn niet gevaarlijk voor de mens en bij kleine aantallen ook niet voor de vis. Vooral vissen die verzwakt zijn, bijvoorbeel na de paaitijd, hebben er last van. Als de vis daarna weer is aangesterkt gaan de parasieten in principe ook vanzelf weer weg. Alleen de heel erg verzwakte vissen kunnen uiteindelijk helemaal worden 'leeggezogen.'