Het perfect uitloden van een dobber is voor een belangrijk deel bepalend of je vis vangt. Die moet bij het inspecteren van het aas immers geen argwaan krijgen en zonder twijfel toehappen. Maar hoe lood je de dobber nou precies het beste uit? Wedstrijdcrack Dieter Friederichs geeft in dit artikel tekst en uitleg.
Het uitloden van de dobber is een bijzonder secuur werkje. Je wilt het haakaas immers zo subtiel en natuurlijk mogelijk aan de vis presenteren. Te weinig lood betekent meer weerstand en dus minder vis. Te veel lood is aan de andere kant ook funest voor een goede beetregistratie. Voordat we echter toekomen aan het toelichten van de kunst van het zo licht en gevoelig mogelijk vissen met de dobber, is het goed om bij het begin te beginnen. De ene dobber is namelijk de andere niet. Er zijn tal van verschillende typen, die op verschillende soorten water het best tot hun recht komen. Het is dus zaak om vooraf rekening te houden met wat voor een type water je gaat bevissen. Is het er diep of ondiep? Is er stroming aanwezig of staat het water stil? Wat voor vissoorten kun je er vangen? En doe je dat dan met de vaste stok of de matchhengel? In de volgende zes kaders licht ik de meest gebruikte typen dobbers – vier voor de vaste hengel en twee voor de match – toe en zie je op de tekening precies hoe ik deze zo perfect mogelijk uitlood.
Klik hier voor het hele artikel. (PDF)
-> Meer witvisartikelen