Vis & water

Nieuwe paaiplaats rivierprik ontdekt binnen Waterschap Vallei en Veluwe

3732
26 dec 2017

Het aantal bekende paaiplaatsen van de rivierprik in Nederland is op één hand te tellen. En daar komt er nu één bij. Begin december zijn in een eeuwenoude beek binnen het beheersgebied van Waterschap Vallei en Veluwe twee volwassen dieren en een larve aangetroffen. De larve bewijst dat er daadwerkelijk voortplanting plaatsvindt en dat het dus een nieuw ontdekte paaiplaats betreft.

De rivierprik is een trekvis, die deels op zee en deels in de bodem van rivieren en beken opgroeit. De rivierprik is eigenlijk geen vis maar een zogenaamde rondbek. Met zijn zuignapvormige bek parasiteert hij op andere vissen, zoals kabeljauw, en leeft van hun lichaamsvocht. In de volksmond werd de soort ook wel negenoog genoemd: aan iedere zijde van de kop heeft hij zeven ronde kieuwopeningen, één echt oog en één neusgat (zie leadfoto).

De larven van dit opmerkelijke dier zijn blind en leven jarenlang in de bodem waar ze voedseldeeltjes uit het water filteren. Als ze ongeveer vier jaar zijn, ondergaan ze een metamorfose waarbij ze een mondschijf en ogen krijgen. Daarna zwemmen ze stroomafwaarts naar zee om als vampiervissen verder op te groeien. Eenmaal volwassen richten ze zich bij hun trek stroomopwaarts naar de paaigebieden onder andere op de geurstoffen van in de bodem levende soortgenoten. Na de voortplanting sterven de dieren.

Onontdekt gebied

De nieuw ontdekte paaiplaats ligt op een plek die niet direct voor de hand ligt, waardoor de paaiplek waarschijnlijk lange tijd aan de aandacht ontsnapt is. Het gaat om een eeuwenoud stukje beek van slechts 500 meter lang. Vroeger maakte dit stuk onderdeel uit van een groter beeksysteem. Met de aanleg van het Apeldoorns Kanaal verdween een deel van de beek. Het laatste stuk ervan bleef echter intact doordat het als bypass om een scheepvaartsluis heen in gebruik genomen werd. Via een stuw stort water zich vanuit het kanaal in de beek om vervolgens 500 meter stroomafwaarts weer in het kanaal uit te komen. Doordat er hierna geen barrières meer in het kanaal aanwezig zijn tot aan de uitmonding in de Gelderse IJssel, bleef dit stuk beek in verbinding staan met de Gelderse IJssel en via het IJsselmeer met de Waddenzee.

Klik hier voor het hele artikel van Nature Today.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.