Haring, daar had Holland zijn rijkdom aan te danken. Dat is althans wat Adriaan Coenen beweerde in zijn Visboek dat hij tussen 1577 en 1580 vervaardigde. Coenen rijgt in zijn hoofdstuk over haring de ene lofuiting aan de andere, te beginnen met de openingszin: ‘Van onsen eedelen harinck, den coninck boven alle vissche, onsen grooten gouden berch in Hollant, door Gods grasij almachtich […]’
Copyright 2024 Sportvisserij Nederland
Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.