Wist je dat: visdief

3552
08 sep 2020

De visdief (Sterna hirundo) heeft zijn naam niet bepaald mee. Deze elegante vogel steelt namelijk niet, maar vangt zijn vis op volstrekt eerlijke wijze. Zie je ergens visdiefjes duiken, dan weet je dat daar vis zwemt.

Zoals de Latijnse naam aangeeft behoort de visdief tot de familie van de sterns. Het is dan ook een uitstekende vlieger met een sierlijke vlucht. Ze zweven vaak enkele meters boven het water, met de snavel naar beneden gericht. Zien ze op hun speurtocht vlak onder het oppervlak vis zwemmen, dan bidden ze als een torenvalk voordat ze met een stootduik als een jan-van-gent het water in duiken (tot zo’n 50 cm diep). Zijn ze succesvol – wat lang niet altijd het geval is – dan neemt de visdief de prooi mee de lucht in alvorens deze wordt opgegeten of aan de jongen wordt gevoerd.

Flexibel

De visdief heeft helder water nodig, anders kan hij vanuit de lucht niet zien waar zijn voedsel zwemt. Hoewel deze stern van origine een zeevogel is, kan hij in ons waterrijke land (waar de kust nooit echt ver weg is) ook op veel plaatsen in het binnenland worden aangetroffen. Zolang er maar helder water voorhanden is waar vis zwemt. Kijk dus ’s zomers – visdieven arriveren in het voorjaar en vertrekken in de herfst weer richting de westkust van Afrika om te overwinteren – niet vreemd op als je zelfs in stadsparken het schelle geluid van de visdief hoort. Die flexibiliteit zien we eveneens terug op het menu. De voorkeur gaat uit naar kleine rondvis zoals spiering, maar ook platvis, krabbetjes, garnalen, zeesterren, inktvisjes, regenwormen en insecten (de drijvende en vliegende variant) dienen als voedsel.

Rode lijst

Het leeuwendeel van de visdiefjes in ons land broedt in het Wadden-, IJsselmeer- en Deltagebied. Dat doen ze bij voorkeur op eilandjes en andere voor grondpredatoren moeilijk bereikbare plaatsen met een vrijwel kale tot grazige bodem. Meer landinwaarts maken ze ook nestkuilen op rivieroevers, opgespoten terreinen, drijvende vegetatiematten, kiezelrijke platte daken en zelfs verkeerspleinen. Het aantal broedparen in Nederland bedraagt vanaf de eeuwwisseling een kleine 20.000. Dat is ruim de helft minder dan in het midden van de 20e eeuw, want lozing van landbouwbestrijdingsmiddelen deed de aantallen drastisch kelderen. Voedselgebrek – mede veroorzaakt door overbevissing langs de kust en in het IJsselmeer – kan er ook nu nog toe leiden dat er jaren zijn waarbij de jongen amper volwassen worden. Op de Rode lijst van Nederlandse broedvogels staat de visdief dan ook als gevoelig aangemerkt.


Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.