Vis & water

Medicijnresten in oppervlaktewater - schade voor de visstand

3793
27 dec 2020

Als gevolg van de vergrijzende bevolking is het medicijngebruik in Nederland – net als in de rest van de wereld – de laatste decennia flink gestegen. Via het riool komen daardoor ook steeds meer resten van medicijnen in het oppervlaktewater terecht. Hoe kan dat de visstand schaden en wat kunnen we aan dit probleem doen?

"Nee, we gaan medicijnen natuurlijk niet verbieden”, klinkt het gekscherend door de telefoon. Dat de resten ervan toch echt een groeiend probleem zijn, erkent toxicoloog Caroline Moermond (47) volmondig. “Opgeteld komt ieder jaar tenminste 190.000 kilo aan medicijnresten in het water terecht. Dat schaadt niet alleen het (onder)waterleven, maar bemoeilijkt ook onze drinkwaterbereiding.



Rioolwaterzuiveringen en drinkwaterinstallaties zijn er namelijk niet op gemaakt om medicinale stoffen uit het water te halen. De steeds drogere zomers – met bijkomende lage waterstanden – versterken het probleem, want daardoor zijn de medicijnconcentraties in het oppervlaktewater vaak nog eens extra hoog.”

Door de gootsteen


Het probleem bij de bron aanpakken zal een flinke uitdaging zijn, legt Moermond uit. “Er is niet één bron, het zijn er meerdere. Ten eerste scheiden mensen medicijnresten uit via hun ontlasting en urine en ten tweede blijft van veel medicinale zalven en gels maar een fractie op de huid achter. De rest gaat via het handen wassen, douchen en via de wasmachine door de gootsteen. Diclofenac, de pijnstillende stof in zalfjes voor mensen met artritis, komt bijvoorbeeld op die manier in het water terecht."

Moermond gaat verder: "Het verkeerd weggooien van geneesmiddelen – de derde bron – is al net zo’n hardnekkig probleem omdat mensen bijna altijd ‘teveel’ medicatie meekrijgen, voor als ze iets morsen. De resterende pillen en vloeibare antibiotica worden vervolgens vaak door het toilet gespoeld, zoals ze het in films zien. Je wilt eigenlijk dat mensen die terugbrengen naar de apotheek.” Moermond schetst dat het overgrote deel van de medicijnresten uit huishoudens komt en niet uit ziekenhuizen, die slechts voor 5 tot 10 procent van het totaal verantwoordelijk zijn."



Lange termijn


Gevraagd naar de ecologische schade van medicijnresten, schetst Moermond een breed palet aan stoffen die elk hun eigen effecten
hebben. Pijnstillende stoffen zoals diclofenac leiden tot weefselschade bij vissen, antibiotica verstoren vooral de balans in algen – omdat
sommige algensoorten er beter tegen kunnen dan andere – en van antidepressiva is bekend dat ze gedragsveranderingen kunnen veroorzaken bij watervlooien en kreeftjes.

“Dat is het complexe van medicinale stoffen”, vat Moermond samen. “Ze tasten ogenschijnlijk subtiel, op allerlei niveaus en vaak pas op 
termijn het onderwaterleven aan, waarbij het ook nog eens om relatief kleine hoeveelheden gaat. Dat is voor mensen veel minder 'tastbaar’ dan zoiets als een plotselinge vissterfte na een grote giflozing of riooloverstort.”

Onvruchtbare vissen


Daar waar veel medicijnresten vooral klein (onder)waterleven schaden, kunnen hormonen in medicijnen vissen rechtstreekser raken. “We zien steeds duidelijker dat hormoonverstorende stoffen bij mannetjesvissen tot vervrouwelijking leidt, waardoor ze minder vruchtbaar worden”, aldus Moermond.

“Een teveel aan hormonen leidt tot de vorming van eileiders rondom de teelballen en eicellen in de zaadballen. Ook gaat de kwaliteit van het hom (vissenzaad) achteruit.” Als voorbeeld noemt ze een studie in Engeland van enkele jaren geleden, waarvoor in de buurt van 51 rioolwaterzuiveringen blankvoorns werden onderzocht.

Een kwart van alle vissen vertoonde tekenen van vervrouwelijking en in sommige rivieren was dat zelfs honderd procent. Hormoonverstorende stoffen zitten al jaren overal in het oppervlaktewater, maar uitgangen van rioolwaterzuiveringen zijn bekende ‘hotspots'. “Dus is het in elk geval zaak om daar de zogenaamde rwzi-waarde aan te passen”, aldus Moermond.

Ketenaanpak


Hoe is dit complexe probleem te ‘grijpen’? Moermond pleit voor een brede aanpak en is dan ook blij met de Ketenaanpak die in Nederland in 2016 werd gestart. Daarin werkt de hele keten – van drinkwaterbedrijven tot waterschappen, ziekenhuizen, apothekers, huisartsen en de farmaceutische industrie – samen om het probleem aan te pakken.

Moermond: “We doen allemaal wat we binnen onze mogelijkheden kunnen en wijzen niet naar elkaar, zo is de afspraak. Juist omdat deelname vrijwillig is, gebeurt er volgens mij heel veel. Bij het RIVM werkten we onlangs mee aan een bijscholingsmodule voor artsen met adviezen en richtlijnen bij de verstrekking van medicijnen.

Dat sloeg geweldig aan: in no time kregen we daarvoor tachtig aanvragen binnen. De welwillendheid in de keten komt volgens mij door een normverschuiving: duurzaamheid is echt een thema geworden in de praktijkvoering. Als iedereen kritischer kijkt naar de ontwikkeling en toelating van medicijnen, het voorschrijven en gebruik ervan en naar afval en zuivering, kunnen we volgens mij samen een forse verbeterslag maken.”

Bron: Hét Visblad (jan. '21)

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.